voestalpine Bohler URANOS 2000 SMC Manuel D'instructions page 191

Starten en aanhouden van de boog
De lasboog wordt gestart door met punt van de elektrode het
werkstuk, dat met een aardekabel aangesloten is, aan te tikken.
Als de boog eenmaal is gestart trekt u de elektrode snel terug tot
de normale las afstand.
Meestal wordt om de boog sneller te laten aanslaan een stroom-
stoot (Hot Start) gegeven die de punt van de elektrode snel zal
verwarmen.
Wanneer de boog eenmaal gevormd is begint het middelste
deel van de elektrode te smelten waardoor kleine druppels
ontstaan die het lasbad vormen op het werkstuk.
Het buitenste van de elektrode, de bekleding, wordt ontbonden
en het gas dat daarbij vrijkomt dient als bescherming voor de las
waardoor de goede kwaliteit van de las wordt gewaarborgd.
Om te voorkomen dat op het gesmolten materiaal de lasvlam
dooft door kortsluiting en de elektrode aan het lasbad plakt,
wordt de lasstroom tijdelijk verhoogd (Arc Force).
Wanneer de elektrode aan het werkstuk plakt kunt u het beste
de kortsluitstroom tot minimale sterkte beperken(antisticking).
Het lassen
De laspositie varieert afhankelijk van het aantal doorgangen;
gewoonlijk wordt de lasnaad gevormd door de elektrode heen
en weer te bewegen op zo'n manier dat er geen ophoping van
materiaal in het midden ontstaat.
Verwijderen van de slakken
Bij het lassen met beklede elektroden moeten na iedere las-
doorgang de slakken worden verwijderd.
U kunt de slak verwijderen met een kleine hamer of indien
brokkelig met een borstel.
7.2 Lassen met ononderbroken vlamboog
Het principe van het Tig (Tungsten Inert Gas) lassen is gebaseerd
op een elektrische boog die ontstaat tussen een niet verbruik-
bare elektrode (zuiver wolfraam(tungsten) of een legering met
een smelttemperatuur van ongeveer 3370°C) en het werkstuk;
een edelgas (argon) beschermt het smeltbad tegen oxideren.
Om gevaarlijke wolfraaminsluitingen in de lasnaad moet de
elektrode nooit in aanraking komen met het werkstuk., daarom
wordt er door middel van een H.F.stroombron voor ontlading
gezorgd waardoor de elektrische boog op afstand ontstoken kan
worden. De elektrische vonk zorgt er dus voor dat de boog ont-
staat zonder enig contact tussen de elektrode en het werkstuk.
Er is nog een start mogelijkheid met beperkte wolfraam opna-
me,: de lift start, hier voor is geen hoog frequent nodig, maar
slechts een korte stroomstoot op lage snelheid tussen de elek-
trode en het werkstuk. Als de elektrode wordt opgetild ontstaat
de boog en de stroom wordt opgevoerd tot de juiste waarde
om te lassen.
Om de kwaliteit van de lasrups te verhogen is het belangrijk de
daling van de stroom te controleren en het gas na het doven nog
enige seconden door te laten stromen in het lasbad.
In veel werkomstandigheden is het nuttig als er bij het werk van
twee lasstromen gebruik gemaakt kan worden en om eenvoudig
van de ene naar de andere te kunnen omschakelen (BILEVEL).
All manuals and user guides at all-guides.com
Polariteit van de las
D.C.S.P.(Direct Current Straight Polarity)
Dit is de meest gebruikte polariteit. Deze laat een minimaal
verbruik toe van de elektrode (1) omdat 70% van de warmte
wordt geconcentreerd op de anode (werkstuk).Hiermee kunnen
smalle en diepen lassen gemaakt worden, met grote lassnelheid
en lage warmte toevoer.
De meeste materialen , behalve aluminium (en de legeringen
daarvan) en magnesium kunnen met deze polariteit worden
gelast.
D.C.S.P.-(Direct Current Reverse Polarity)
Deze polariteit wordt gebruikt bij het lassen van legeringen die
met een laag oxidatie waarvan het smeltpunt hoger ligt dan van
het metaal.
Hoge lasstromen zijn echter niet mogelijk omdat daardoor de
elektrode bijzonder hard zou slijten.
D.C.S.P. Pulseren (Direct Current Straight Polarity Pulsed)
Door het gebruik van een pulserende gelijkstroom is bij bijzon-
dere werkomstandigheden een betere controle van het lasbad
mogelijk. Het lasbad wordt gevormd door de piekpulsen (lp),
terwijl de basisstroom (lb) door laat branden; dit maakt het las-
sen van dunne werkstukken met minder vervormingen gemak-
kelijker, betere vormfactor en dus minder risico op kerven en
gasinsluitingen.
Naar mate de frequentie stijgt (MF) wordt de boog smaller, meer
geconcentreerd en stabieler, en dus een nog betere kwaliteit las
bij het lassen van dunne werkstukken.
191