uitsluitend worden geadresseerd als data-interface 1 tot en
met 12.
DIP-switch 5 en 6 worden gebruikt voor ingangen
uitbreidingen.
Figuur 6 inhoud
Items
Beschrijving
(1)
8 standaard ingangen (geen uitbreidingen)
(2)
8 standaard ingangen + 1xATS1202
(3)
8 standaard ingangen + 2xATS1202
(4)
8 standaard ingangen + 3xATS1202
DIP-switch 7 en 8 worden niet gebruikt.
Ingangen, GI's en uitgangen
Nummering
Alle DI's, ingangen, GI's en uitgangen zijn genummerd volgens
een bepaalde methodiek. Deze nummers worden bij het
programmeren gebruikt voor het bepalen van de fysieke
nummers/locaties van DI's, uitgangen enz.
Tabel 5: Ingangen, GI's en uitgangen toegewezen aan DI
DI /
Ingangen /
GI's /
controlepaneel
uitgangen
Controlepaneel
1–16
DI 1
17–32
DI 2
33–48
DI 3
49–64
DI 4
65–80
DI 5
81–96
DI 6
97–112
Ingangen
Aan een ATS125x 4-deuren DI adres zijn standaard 16
ingangen toegewezen (of 32 ingangen, indien 2 DI adressen
worden gebruikt). Voor deze ingangen wordt de
standaardnummering gebruikt.
Bijvoorbeeld: ATS125x 1 is DI 1 en heeft 16 ingangen, die door
het ATS-controlepaneel geïdentificeerd worden als ingangen
17 tot en met 32.
Wanneer alle 32 ingangen worden gebruikt, is het volgende DI
adres niet meer beschikbaar:
Bijvoorbeeld: DI1: ingangen 17–48, DI2 is niet bruikbaar, DI3:
ingangen 49–64.
Zie "ATS125x standaard instellingen ingangen en relais" op
pagina 36 voor meer informatie, over standaard ingangen en
deurrelais instellingen.
Opmerking:
De ATS125x 4-deuren DI heeft standaard 8
ingangen. Een uitbreiding van 24 ingangen kan gerealiseerd
worden door het aansluiten van ATS1202 ingangen-
uitbreidingen.
GI's
Kaartlezers, bediendelen (ATS110x, ATS115x), en ATS1170
interface's zijn GI's en dienen gepold te worden voor gebruik.
P/N 1070341 (ML) • REV A • ISS 05JUL13
DI /
Ingangen /
GI's /
controlepaneel
uitgangen
DI 7
113–128
DI 8
129–144
DI 9
145–160
DI 10
161–176
DI 11
177–192
DI 12
193–208
GI's die gepold worden kunnen gegevens versturen naar de
ATS125x. GI's worden aangesloten op de lokale databussen
van ATS125x. Elke GI heeft een uniek nummer in het systeem
afhankelijk van het 4-deuren DI adres en GI adres op de lokale
databus. Zie Tabel 5 hierboven voor meer details.
16 GI's kunnen worden aangesloten op de lokale databussen
van de ATS125x. Het GI adres is gerelateerd aan een
specifieke deur op de ATS125x en aan de lezerfunctie (in lezer
of uit lezer) van dezelfde deur.
Tabel 6: GI adres en lezer functie
Deur
IN
Deur 1
1
Deur 2
2
Deur 3
3
Deur 4
4
Uitgangen
De 4-deuren DI beschikt standaard over één schakelbare
spanningsgestuurde uitgang (externe sirene). Daarnaast zijn er
standaard vier ontgrendelrelais beschikbaar op de 4-deuren
DI, één per deur (K1–K4).
De 4-deuren DI kan in totaal 48 uitgangen adresseren met
behulp van macro logica of 16 uitgangen toegewezen aan het
DI-adres .
Uitgangen-uitbreidingen worden gebruikt om het aantal
uitgangen op een DI te verhogen. Elke uitgangen-uitbreiding
breidt het aantal uitgangen uit met 4 of 8 uitgangen.
Nummering 16 uitgangen aan toegewezen DI-adres is gelijk
aan eerste 16 ingangnummers van de DI.
Uitgangen uitbreidingen
Met de ATS1810 4-voudige niet geklokte relaiskaart kunnen de
uitgangnummers 5–8, met behulp van de macrologica, worden
gebruikt of de uitgangen die zijn toegewezen aan het DI-adres.
DI 1 gebruikt bijvoorbeeld ontgrendelrelais 17–20 voor het
openen van deuren, de uitgangen 21–24 zijn beschikbaar op
de relaiskaart.
Opmerking: Dit type relaiskaart kan niet samen gebruikt
worden, met ATS1811/ATS1820 geklokte uitgangen
uitbreidingen.
Met de ATS1811 8-voudige relaiskaart kunnen 48 uitgangen
(uitgang 5 en hoger) gerealiseerd worden met behulp van de
macrologica, of 12 uitgangen van de in totaal 16 aan het DI-
adres toegewezen uitgangen. DI 1 gebruikt bijvoorbeeld
ontgrendelrelais 17–20 voor het openen van deuren, de
uitgangen 21–63 zijn beschikbaar op de relaiskaarten.
ATS1820 16-voudige open collectorkaart. Hiervoor geldt
hetzelfde als voor de ATS1811.
De 4-deuren DI kan alleen gebruik maken van de uitgangen 33
tot 63 door gebruik te maken van de macro logica.
Bij gebruik van meer dan twee ATS1811- of ATS1820
uitgangen uitbreidingen, moet een afzonderlijke voeding
worden gebruikt.
IN
UIT
UIT
5
9
13
6
10
14
7
11
15
8
12
16
35 / 54