Gebruik van de wasmachine
■
Tips voor het wassen
Wastemperatuur
Normale machinewas
Permanente
Delicaat
pers
Niet wassen
Handwas
Sorteer het wasgoed als volgt:
Meer of
wastempera
minder vuil
tuur
Textielsoort
kleur
(Katoen, kunststof,
wol enz.)
OPMERKING
• Kies een wascyclus ( Katoen 60 °C, voeg een halve hoeveelheid wasmiddel toe), zet de
machine in werking (zonder kleding). Hiermee verwijdert u eventueel in de trommel
resterende aanslag.
1. Controleer de labels
Controleer of uw kledingstuk een label heeft met
wasinstructies. Dit zal aangeven uit welke stoffen het
stuk gemaakt is en hoe het gewassen moet worden
2. Wasgoed sorteren
Voor de beste wasresultaten, sorteert u uw kledingstukken
op ladingen die met hetzelfde wasprogramma gewassen
kunnen worden. De watertemperatuur en de
centrifugesnelheid zijn afhankelijk van het soort stof van de
kledingstukken.
Sorteer donkere was van lichte was en witgoed. Was
afzonderlijk als kleuren kunnen doorlopen of als
pluis/materiaal in elkaar kan klitten. Indien mogelijk was
zwaar bevuilde wasgoed apart van licht vervuild wasgoed.
• Vuil (zwaar, normaal, licht)
• Kleur (witte was, lichte was, donkere was).
Sorteer witgoed van gekleurde was.
• Pluis (pluis producerende was, pluis aantrekkende was
(bijvoorbeeld klittenband). Was pluis producerende was
afzonderlijk van pluis aantrekkende was.
3. Aandacht bij het vullen
Combineer grote en kleine stukken in één waslading. Laad
de grote stukken eerst. Grote stukken mogen niet meer dan
de helft van de gehele wasgoed beslaan. Laat de machine
niet draaien met slechts één kledingstuk erin. Dit kan
instabiliteit veroorzaken. Voeg één of twee gelijksoortige
stukken toe.
• Controleer alle zakken en zorg ervoor dat ze leeg zijn.
Spijkers, lucifers, papier, potloden, schuifspelden,
muntstukken en sleutels kunnen zowel uw wasmachine
als uw kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken, koorden en klittenband om ervoor te
zorgen dat deze geen andere kledingstukken
beschadigen.
• Behandel vuil en plekken voor, door een beetje in water
opgeloste zeep op boord- en omslagplekken aan te
brengen. Dit om het vuil reeds gedeeltelijk op te lossen.
17