INSTALLATIE
Alle aansluitingen (inclusief aansluitingen of openingen die
niet worden gebruikt) moeten geïsoleerd worden om het
energieverlies tot een minimum te beperken.
KOPPELINGEN
Voorzichtig!
Dit zijn schematische weergaven. Daadwerkelijke
installaties moeten worden gepland conform toe-
passelijke standaarden.
Volumeverhoging en vermindering van
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volumeverhoger in
die gevallen waarin het systeemvolume in het afgiftesys-
teem lager is dan het minimaal aanbevolen volume voor
de warmtepomp.
Volume- en debietverhoger en reductie in
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volume- en debiet-
verhoger in die gevallen waarin het systeemvolume in het
afgiftesysteem lager is dan het minimaal aanbevolen volume
voor de warmtepomp en/of het debiet wordt beperkt zonder
controle.
Volumeverhoging en vermindering van
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volumeverhoger in
die gevallen waarin het systeemvolume in het afgiftesys-
teem lager is dan het minimaal aanbevolen volume voor
de warmtepomp.
38
LEIDINGEN INSTALLEREN
Leidingen moeten volgens de geldende normen en richtlijnen
worden aangesloten.
De aftapklep wordt geïnstalleerd op de retourleiding van het
verwarmingssysteem (XL2).
Het systeem waar de UKV 100 is geïnstalleerd, moet worden
voorzien van een overstortventiel van max. 6 bar (0,6 MPa).
De overstortleiding moet dezelfde diameter hebben als de
overstortventielen. Fixeer de overstortleiding vanaf het
overstortventiel over de gehele lengte schuin omlaag en
zorg ervoor dat deze vorstbestendig is en goed wordt onder-
steund. De uitstroomopening van de overstortleiding moet
zichtbaar zijn en mag niet te dicht bij elektrische componen-
ten worden geplaatst.
Zorg ervoor dat ingaand water schoon is.
Neem bij onzekerheid contact op met uw installateur of be-
kijk de geldende standaarden.
VULLEN
Vul het buffervat als volgt:
1.
Ontlucht het buffervat door de aansluiting (XL1) los te
nemen aan de bovenkant van het buffervat.
2.
Vul het vat via de aftapklep.
3. Wanneer er uitsluitend water uit de aansluiting (XL1)
komt (eerst is er sprake van een mix van lucht en water),
kan de aansluiting worden gesloten en is het buffervat
gevuld
UKV 100 | NL