Télécharger Imprimer la page

HELLER CHARLES DE GAULLE 2001 Instructions page 3

Publicité

Español
La historia del Charles de Gaulle comienza en 1974, año en el que la crisis del petróleo
sacude a los países industrializados. En este contexto, el gobierno francés decide
emprender la construcción del PH-75, un portahelicópteros de 16.400 t dotado de salas
de calderas nucleares, para sustituir al portaaviones R-95 Arromanches que acababa
de ser retirado después de treinta años de servicio en los mares de todo el mundo. La
elección de la energía nuclear para la propulsión del navío ponía de manifiesto en aquella
época la voluntad del gobierno francés de mantener una política exterior independiente,
particularmente en el terreno energético. Esta energía ofrece al buque la posibilidad
de permanecer más tiempo en el mar sin necesidad de repostar combustible. La crisis
económica y las tergiversaciones sobre los equipamientos y las misiones de esta unidad
condujeron primero al aplazamiento y después al abandono del proyecto. Entonces se
decidió modernizar el R-98 Clémenceau y el R-99 Foch con el fin de prolongar su vida
en las filas de la Marina francesa. Sin embargo, en 1982, el Consejo Superior de la Marina
solicitó que los estudios realizados para la propulsión del PH-75 (que, con el tiempo,
se convertiría en PA-75 y, después, en PA-83) fueran utilizados para definir una nueva
generación de portaaviones capaces de reemplazar al Clémenceau y al Foch antes del
fin de siglo. En aquella ocasión los ingenieros de la Dirección de Construcción Naval
(DCN) trazaron más de 10.000 planos. La primera unidad prevista en el marco de la ley
de programación 1984-1988 recibió el nombre de Richelieu. El 4 de febrero de 1986 se
autorizó, por fin, la construcción del barco rebautizado Charles de Gaulle. La dirección
de la obra, que fue confiada a la DCN de Brest, suponía en aquel momento una carga
de trabajo de 20 millones de horas que sería distribuida en su mayor parte entre cerca
de un millar de empresas subcontratistas. El R-91 Charles de Gaulle, con sus 300 km.
de colectores y de canalizaciones, sus 1.300 km. de cableados, sus 200 terminales
informáticas y sus 1.000 teléfonos para las comunicaciones internas, constituye una de
las mayores obras de construcción de finales del siglo XX. Este portaaviones, auténtica
proeza técnica, dispone de un sistema de 12 masas móviles de 22 t. que compensa los
movimientos de balanceo y permite al barco emplear sus aviones embarcados por mar
de fuerza 5 o 6. Las formas del Charles de Gaulle son "furtivas" para atenuar su señal de
radar y hacerle así más difícil de identificar.
Italiano
La storia della Charles de Gaulle inizia nel 1974, anno nel quale la crisi petrolifera scuote
i paesi industrializzati. In questo contesto, il governo francese decide di lanciare la
costruzione della PH-75, una portaelicotteri di 16.400 t dotata di caldaie nucleari per
sostituire la portaerei R-95 Arromanches che veniva dismessa dopo trenta anni di
servizio su tutti i mari del mondo. La scelta dell'energia nucleare per la propulsione
della nave manifesta dunque la volontà del governo francese di mantenere una politica
estera indipendente, in particolare in ambito energetico. Essa offre alla nave la possibilità
di restare più a lungo in mare senza avere necessità di rifornirsi di combustibile. La
crisi economica e le indecisioni sugli equipaggiamenti e sulle missioni di questa unità
conducono ad un rinvio e quindi ad abbandonare il progetto. Viene allora deciso di
modernizzare l'R-98 Clémenceau e l'R-99 Foch per prolungare la loro carriera nei ranghi
della Marina Nazionale. Ciò nondimeno, nel 1982, il Consiglio Superiore della Marina
richiede che gli studi realizzati per la propulsione della PH-75 (divenuta intanto PA-75,
quindi PA-83) siano utilizzati per definire una nuova generazione di portaerei in grado di
sostituire la Clémenceau e la Foch prima della fine del secolo. Gli ingegneri della Direzione
delle Costruzioni Navali (DCN) definiscono oltre 10.000 piani. La prima unità prevista
nel quadro della legge di programmazione 1984-1988 riporta il nome di Richelieu. Il 4
febbraio 1986 viene finalmente autorizzata la costruzione della nave, ribattezzata Charles
de Gaulle. La direzione dei lavori, affidata alla DCN di Brest, rappresenta allora un carico
di lavoro di 20 milioni di ore che sarà distribuito per la gran parte a quasi un migliaio di
imprese subappaltatrici. La R-91 Charles de Gaulle, con i suoi 300 km di collettori e di
canalizzazioni, i suoi 1.300 km di cablaggio, i suoi 200 terminali informatici e i suoi 1.000
posti telefonici per i collegamenti interni, rappresenta così uno dei più grandi cantieri
della fine del XX secolo. Vera e propria prodezza tecnica, questa portaerei dispone di
un sistema di 12 masse mobili di 22 tonnellate che compensano i movimenti di rollio e
permettono alla nave di rendere operativi gli aerei imbarcati con un mare a forza 5 o 6. Le
forme della Charles de Gaulle sono «furtive» per ridurre la sua presenza radar al fine di
renderla meno facilmente identificabile.
Nederlands
De geschiedenis van de Charles de Gaulle begint in 1974, het jaar waarin de oliecrisis
de geïndustrialiseerde landen aan het wankelen brengt. Tegen die achtergrond besluit
de Franse regering, ter vervanging van het vliegdekschip R-95 Arromanches, dat
afgeschreven was na dertig jaar dienst op alle wereldzeeën, de bouw te beginnen
van de PH-75, een nucleair aangedreven helikoptervliegdekschip van 16.400 ton. Dat
kernenergie werd gekozen voor de aandrijving van het schip, drukt het voornemen
van de Franse regering uit om een onafhankelijke buitenlandse politiek te blijven
voeren, met name op nucleair gebied. Hierdoor kan het vaartuig langer op zee blijven
zonder genoodzaakt te zijn om brandstof in te slaan. De economische crisis en het
getalm over de uitrustingen en de taken van deze eenheid, leiden eerst tot uitstel en
later tot afstel van het project. Naar aanleiding hiervan wordt besloten om de R-98
Clémenceau en de R-99 Foch te moderniseren en deze schepen langer in te zetten
binnen de Nationale Marine. Niettemin dient de Hoge Raad van de Marine in 1982 het
verzoek in om de uitgewerkte studies voor de aandrijving van de PH-75 (in de tussentijd
veranderd in PA-75 en vervolgens PA-83) toe te passen op een nieuwe generatie
vliegdekschepen, die voor het einde van de eeuw de Clémenceau en de Foch zouden
kunnen vervangen. Hierop worden meer dan 10.000 ontwerpen gemaakt door de
ingenieurs van de Directie van Scheepsbouw (DCN). De eerste eenheid die binnen de
programmeringswet 1984-1988 is voorzien, krijgt als naam Richelieu. Op 4 februari
1986 wordt de bouw van het in Charles de Gaulle herdoopte schip eindelijk bekrachtigd.
De uitvoering van de bouw wordt toegewezen aan de DCN van Brest en omvat een
werkopdracht van 20 miljoen manuren, die voor een groot deel worden verdeeld over
bijna duizend toeleveringsbedrijven. De R-91 Charles de Gaulle met 300 kilometer
aan leidingen en buizenstelsel, 1300 kilometer bedrading, 200 computerterminals en
1000 telefoontoestellen voor de interne verbindingen, is daarmee een van de grootste
bouwprojecten van het einde van de 20e eeuw. Dit vliegdekschip is een technisch
wonder van de eerste orde en beschikt over een systeem van 12 beweegbare gewichten
van 22 ton die de slingerbeweging van het schip compenseren en het vaartuig in staat
stellen om de meegevoerde vliegtuigen bij kracht 5 tot 6 in te zetten. De vormen van de
Charles de Gaulle zijn afgevlakt om daarmee de radar-herkenbaarheid te verminderen,
zodat het minder gemakkelijk kan worden geïdentificeerd.
Puesta en grada
Primer flotamiento técnico
Botadura oficial
Fecha prevista de entrada
en servicio
Tripulación
Desplazamiento
Longitud de la cubierta
de vuelo
Ancho de la cubierta de vuelo
Altura sobre el nivel del mar
Propulsión
Potencia
Velocidad
Flota aérea
Messa in bacino
Prima messa in mare tecnica
Lancio ufficiale
Entrata in servizio prevista
Equipaggio
Dislocamento
Lunghezza del ponte di decollo 261,50 m
Larghezza del ponte di decollo
Altezza al di sopra del mare
Propulsione
Potenza
Velocità
Parco aereo
Op stapel gezet
Eerste technische drijfproef
Officiële tewaterlating
Geplande indiensttreding
Bemanning
Waterverplaatsing
Lengte van het vliegdek
Breedte van het vliegdek
Altezza al di sopra da Hoogte
boven de zee el mare
Propulsionea Aandrijving
Vermogen
Snelheid
Vliegtuigpark
4 de abril de 1989 en la DCN de Brest
19 de diciembre de 1992
7 de mayo de 1994
18 de mayo de 2001
1.950 h
35.500 t (40.600 a plena carga)
261,50 m
64,36 m
66,50 m
2 salas de calderas nucleares de agua
presurizada K 15
76.200 CV
37 nudos (50 km/h)
de 35 a 40 aeronaves: aviones de com-
bate Super-Etendard y Rafale-Marine,
aviones radar Hawkeye, helicópteros
AS-565 Panther ...
4 aprile 1989 alla DCN di Brest
19 dicembre 1992
7 maggio 1994
18 maggio 2001
1.950 uomini
35.500 tonnellate (40.600 a pieno carico)
64,36 m
66,50 m
2 caldaie nucleari ad acqua pressurizzata
K15
76.200 CV
27 nodi (50 km/h)
35-40 aeronavi: aerei da combattimento
Super-Etendard e Rafale-Marine aerei radar
Hawkeye elicotteri AS-565 Panther, ecc
4 april 1989 bij de DCN van Brest
19 december 1992
7 mei 1994
18 mei 2001
1.950 man
35.500 ton (40.600 bij volle lading)
261,50 m
64,36 m
66,50 m
2 nucleaire stookplaatsen met
waterdruk K15
76.200 CV
27 knopen (50 km/u)
35 tot 40 luchtvaartuigen: Super-Etendard
en Rafale-Marine gevechtsvliegtuigen.
Hawkeye radarvliegtuigen helikopters
AS-565 Panther
3

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

810721000810720