46
NL
7. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
a) Probleem bij het
– Geen brandstof
starten
– Oude brandstof of bezinksel in de tank
– Startprocedure verloopt niet correct
– Bougie niet aangesloten
– Bougie vochtig of elektroden van de
bougie vuil of afstand niet juist
– Luchtfilter verstopt
– Olie niet geschikt voor het seizoen
– Verdamping van de brandstof in de
carburateur (vapor lock) omwille van de
hoge temperaturen
– Carburatieproblemen
– Ontstekingsproblemen
b) Onregelmatige
– Elektroden van de bougie vuil of
werking
afstand niet juist
– Aansluitkap van de bougie slecht
aangesloten
– Luchtfilter verstopt
– Zet de gashendel in de stand "CHOKE";
– Carburatieproblemen
– Ontstekingsproblemen
c) Verlies van
– Luchtfilter verstopt
vermogen
– Carburatieproblemen
tijdens het
werken
– Faseverschil tussen de regelaar en de
gashendel
8. TECHNISCHE GEGEVENS
8.1
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Brandstof ............................................................................. loodvrije benzine met een octaangetal van minstens 90
Motorolie:
van 5 tot 35 °C ............................................................................................................................................... SAE 30
van -15 tot +5 °C ..................................................................................................................... 5W-30 of 10W-30
van -25 tot +35 °C .........................................................................................Synthetisch 5W-30 of 10W-30
Capaciteit olietank ..................................................................................................................................................................2.0 liter
Type bougie .............................................................................................................................. F7TRC (NHSP) of gelijkwaardig
Afstand tussen de elektroden van de bougie .................................................................................................. 0,7 - 0,8 mm
OPLOSSING
– Controleren en bijvullen
– Maak de tank leeg en vul deze met
nieuwe benzine
– Voer de startprocedure correct uit
– Controleer of de aansluitkap goed op
de bougie is aangesloten
– Controleren
– Controleren en schoonmaken
– Vervangen met een geschikte olie
– Wacht enkele minuten en probeer dan
opnieuw te starten
– Neem contact op met een erkend
servicecentrum
– Neem contact op met een erkend
servicecentrum
– Controleren
– Controleer of de aansluitkap correct is
aangesloten
– Controleren en schoonmaken
– Zet de gashendel in de stand "FAST";
– Neem contact op met een erkend
servicecentrum
– Neem contact op met een erkend
servicecentrum
– Controleren en schoonmaken
– Neem contact op met een erkend
servicecentrum
– Regel de kabel