Instelling van de zenderkanalen
Voor elke zender kunnen 4 zenderkanalen worden ingesteld. De kanaalinstelling aan de zenders en
aan de ontvanger moeten identiek zijn.
Microfoon
•
Schakel de microfoon uit (schakelaar naar onder schuiven).
•
Trek de onderkant van de behuizing van de microfoon af.
•
Stel het zendkanaal aan de microfoon met de DIP-schakelaars op het gewenste kanaal (0-3) in.
•
Stel op de ontvanger met de toetsen
het display (5) weergegeven.
•
De indicator op de ontvanger kan met de toets CH/FREQ (3) tussen frequentie- en kanaalindicatie worden
omgeschakeld.
Bodypack
•
Schakel het bodypack in (toets POWER/MUTE (2) kort indrukken).
•
Stel met de toetsen of (5) het gewenste zendkanaal in.
•
Stel op de ontvanger met de toetsen
het display (5) weergegeven.
•
De indicator op de ontvanger kan met de toets CH/FREQ (3) tussen frequentie- en kanaalindicatie worden
omgeschakeld.
(4) of 6 hetzelfde kanaal in. Het kanaal, resp. de frequentie wordt in
(4) of 6 hetzelfde kanaal in. Het kanaal, resp. de frequentie wordt in
67