Elektrocutiegevaren En Andere Gevaren - TurboTronic KT400X Mode D'emploi

Veiligheidsvoorschriften
Afhankelijk van de interne impedantie van de
spanningstester, kan er een verschil van indi-
catie zijn van bedrijfsspanning in functie van de
aanwezigheid of afwezigheid van interferentie-
spanning.
Een spanning met een relatieve lage impedan-
tie, in verhouding tot de referentiewaarden van
100kΩ, zal niet al de interferentiespanningen
aanduiden met een originele spanning hoger
dan het ELV-niveau. Wanneer er contact is met
de te testen elementen, kan de tester tijdelijk de
interferentie- spanning ontladen tot een niveau
onder dat van het ELV, maar keert terug naar de
originele spanning wanneer de spanningstester
zal worden verwijderd.
Wanneer de indicatie « voltage present » (aan-
wezigheid van spanning) niet verschijnt, is het
sterk aangeraden om een goede aarding te
voorzien voor het aanvangen van de werken
Een spanningstester met een hoge interne im-
pedantie, in vergelijking met de referentiewaar-
de van 100kΩ, kan misschien niet duidelijk de
afwezigheid van bedrijfsspanning aanduiden, bij
aanwezigheid van interfererende spanning.
Wanneer de indicatie « voltage present » (aan-
wezigheid van spanning) verschijnt met een ele-
ment dat verondersteld wordt niet aangesloten
te zijn aan de installatie, is het sterk aangeraden
dit te bevestigen met de hulp van een ander toe-
stel (bv gebruik een gepaste spanningstester,
visueel nazicht van het niet-aangesloten punt
van het elektrisch circuit, enz....) om zodoende
zeker te zijn dat er geen bedrijfsspanning is op
het te testen element en zo te kunnen besluiten
dat de spanning aangeduid door de tester, een
interfererende spanning is .
Een spanningstester die twee interne impedan-
tiewaarden weergeeft heeft de prestatietest af-
gelegd voor het beheer van interfererende span-
ning en is - binnen technische beperkingen - in
staat om bedrijfsspanning te onderscheiden van
interfererende spanning en zal niet rechtstreeks
of onrechtstreeks kunnen weergeven welke type
van spanning aanwezig is.
3.0 Elektrocutiegevaren en andere
gevaren
Om elektrische schokken te vermijden, gelieve
volgende voorzorgsmaatregelen in acht te ne-
men bij spanningen die 120 V (60 V) DC of 50 V
(25 V) eff AC overschrijden. Overeenkomstig de
DIN VDE, vertegenwoordigen deze waarden de
drempel van contactwaarden (waarden tussen
haakjes refereren naar de beperkte bereiken bv.
landbouwzones)
19