SPECIFICATIES VAN UW PROVISIEKOELKAST
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
DRAAIKNOP THERMOSTAAT EN
LAMPJE
VERWIJDERBARE GLAZEN
LEGSCHAPPEN
GROENTEBAK
VENTILATIEROOSTERS
STELPOOTJES
EIERCOMPARTIMENTEN
OPMERKING:
De afbeelding is enkel ter referentie en kan van uw product afwijken.
De meest energiebesparende configuratie vereist dat lades,
levensmiddelenschappen en planken in het product worden geplaatst, zie
de bovenstaande afbeeldingen.
Beschrijving van de productkenmerken
1. Legschappen
o
U kunt de legschappen naar keuze in de geleidergleuven in het apparaat
plaatsen. Ze zijn beveiligd tegen uitschuiven.
o
Om een legschap weg te nemen: Haal alle producten weg die op de
legschap staan die u wilt weghalen. Til de voorkant van de legschap op en
trek het voorzichtig uit de gleuven.
2. Uitlaat voor het dooiwater
o
De koelkast wordt vanbinnen gekoeld door de koelplaat die zich op de
achterste wand bevindt. Daaronder bevindt zich een kanaal en een uitlaat
voor het dooiwater.
o
Het is belangrijk dat dit kanaal nooit verstopt raakt (zie paragraaf "Het
afvoergat voor dooiwater" voor een gedetailleerde uitleg hoe u het kanaal
schoon kunt houden).
3. Groentebakken en afdekplaat
o
De groentebakken zitten onderin uw koelkast en daarboven zit een
afdekplaat.
o
De afdekplaat helpt om te voorkomen dat fruit en groenten te snel
uitdrogen.
4. Legschap voor zuivelproducten (deurrekje)
o
De legschap voor zuivelproducten dient om eieren, kaas en yoghurt op te
bergen. Maar ook kleinere pakes, tubes, bekertjes, enz.
5. Compartiment voor flessen (deurrek voor flessen)
o
Het onderste deel van het compartiment wordt gebruikt om mediumgrote
flessen op te bergen.
LEGSCHAP VOOR ZUIVELPRODUCTEN
COMPARTIMENT VOOR
FLESSEN
65
BELANGRIJK: HET IS BELANGRIJK DAT DE OPBERGVAKKEN IN DE DEUR NIET
OVERBELAST WORDEN, OMDAT DIT DE LEVENSDUUR ERVAN DRASTISCH
VERMINDERT.
UW PROVISIEKOELKAST GEBRUIKEN
Vooraleer in te schakelen
o
Zorg ervoor dat het apparaat door een correct gekwalificeerde persoon is
geïnstalleerd volgens de aanwijzingen in de instructies voor de installatie van
het product.
o
Na de levering moet men acht uur wachten vooraleer het apparaat op de
stroomvoorziening aan te sluiten. Op die manier kunnen koelgassen die tijdens
het transportproces werden verstoord weer in evenwicht komen.
o
Maak het apparaat aan de buitenkant en de verwijderbare accessoires die erin
zitten schoon met een oplossing van vloeibaar schoonmaakproduct en water.
o
Reinig het apparaat aan de binnenkant met een oplossing van
natriumbicarbonaat opgelost in lauwwarm water. Maak de binnenkant en de
accessoires grondig droog wanneer het reinigingsproces is voltooid.
o
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, kan er een geur
vrijkomen. Deze geur neemt af wanneer het apparaat begint te koelen.
Tijdens het eerste gebruik
o
Stel de knop van de thermostaat gedurende 24 uur na de eerste
inschakeling van het apparaat op de maximuminstelling in.
o
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, werkt de
compressor ongeveer 24 uur continu ofwel tot het vriesvak van de koelkast
op de juiste temperatuur komt.
o
Tijdens deze tijdsspanne mag u de deur niet vaak openen of grote
hoeveelheden voedingswaren in het apparaat doen.
o
Daarna past u de thermostaat aan en draait u terug naar de normale
werkstand.
o
Als het apparaat wordt uitgezet of de stekker uit het stopcontact wordt
gehaald, moet u minstens 5 minuten wachten vooraleer het apparaat
opnieuw start via de thermostaat of door de stekker in het stopcontact te
steken.
Het apparaat inschakelen en de thermostaat instellen
Schakel uw apparaat in door de stekker in het stopcontact te steken en de
thermostaat in te stellen. De controleknop van de thermostaat bevindt zich
rechts aan de zijkant van de koelkast.
o
De thermostaat regelt de temperatuur in de koelkast automatisch,
afhankelijk van de instelling op de draaiknop van de thermostaat:
o
Stand <0> betekent dat het apparaat niet koelt. Maar het lampje
werkt wel.
o
In stand <1> krijgt u in de koelkast een hogere temperatuur.
o
In stand <6> krijgt u in de koelkast een lagere temperatuur.
o
De ideale instelling van de thermostaat is in een stand tussen <3> en <4>.
o
Uw koelkast kan een temperatuur tussen 4 - 6 graden Celsius behouden.
BELANGRIJK: De omgevingstemperatuur van de kamer, de temperatuur van
de voedingswaren en de hoeveelheid voeding die in het apparaat wordt
bewaard en hoe vaak de deur wordt geopend hebben allemaal invloed op
het behoud van de temperatuur in het apparaat.
o
Op de maximale instelling (stand <6>), werkt uw koelkast harder om een
lagere temperatuur te behouden en neemt het energieverbruik toe. U
hoeft uw apparaat niet lange tijd op deze instelling te houden: draai de
knop van de thermostaat daarna terug tussen <3> en <4>.
BELANGRIJK: Laat het apparaat niet werken met de thermostaat hoger dan
5 tijdens het normale gebruik, anders kan het afvoergat voor dooiwater
dichtvriezen.
VOEDINGSWAREN IN UW KOELKAST LEGGEN
o
Warme gerechten of verdampende vloeistoffen mogen niet in de koelkast
worden gedaan, omdat hierdoor het vochtgehalte in het apparaat
toeneemt.
DRAAIKNOP THERMOSTAAT