Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere ver-
eisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid
van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars
in vaste installaties en apparaten voor industriële toepas-
singen met constante aansluiting op de vaste installatie.
1
Plaatsen van de batterijen
Het apparaat is direct na het plaatsen van de batterijen
!
klaar voor gebruik. Het apparaat heeft geen aparte aan-/
uitschakelaar en is dus altijd actief.
1
1
Detectorpunt
2
ZOOM-functie
aan / uit
Controleer het apparaat vóór ieder gebruik op een bekend
bedrijfsstroomcircuit volgens het aangegeven spanningsbereik
!
van het apparaat. Voorkom verkeerde metingen en controleer
de batterijen vóór gebruik van het apparaat, door de
geïntegreerde zaklamp in te schakelen (zie punt 4).
2
Lokaliseren van elektrische spanningen
Plaats de detectorpunt op het
te controleren bereik (bijv. kabel,
contactdoos, enz.).
!
Controleer om veiligheidsredenen alle drie fasegeleiders
(L1, L2, L3) op voorhanden spanning!
!
Vervang de batterijen in geval van een zwak akoestisch
signaal of zodra het vermogen van de zaklamp afneemt.
2
6
3
Zakclip
4
Zaklamp aan / uit
Indien spanning voorhanden ist,
licht de detectorpunt op en klinkt
een signaal.
ActiveFinder
AAA
AAA
3
5
Zaklamp
6
Batterijvakje aan
de achterzijde
4
5
09
NL