6. Laat de trekker los om de luchttoevoer en het zandstralen te stoppen.
7. Leeg de opvangzak (6) regelmatig. Open hiervoor het klittenband en trek het
van de zandstraler. Het maalmateriaal kan meerdere keren worden
hergebruikt.
8. Na het werk, voor het legen van de opvangzak, voor het vullen van het
slijpmiddelreservoir of voor het vervangen van het inzetstuk, koppelt u het
apparaat los van de compressor.
9. Reinig de luchtzandstraler en de inzetstukken van de spuitmonden na gebruik
met een vochtige doek.
De resultaten zijn afhankelijk van de tijd dat een plek wordt blootgesteld aan
de straal straal en van de luchtdruk. Houd er rekening mee dat een te lange
blootstelling of te veel druk kan leiden tot beschadiging van het behandelde
oppervlak.
Bij de unit zit een fles met een liter shot. Wanneer je besluit een ander soort
shot te gebruiken, vul je de container met maximaal één liter shot.
Luchtdruk en luchtvolume
Laat de luchtstraalmachine werken met een druk van 6 bar met behulp van
een compressor met een luchtaanzuigcapaciteit van minimaal 200 l/min. Bij
gebruik van een hogere druk voor het bedienen van het apparaat dan de max.
toegestane druk van 8 bar, wordt de levensduur drastisch verminderd. De
ideale capaciteit wordt geleverd door compressoren met een zuigcapaciteit
van 200 – 300 l/min.
Gebruik alleen luchtslangen met een binnendiameter van minimaal 9 mm.
Houd er bij het instellen van de luchtdruk altijd rekening mee dat de druk met
ca. 0,6 bar bij gebruik van een 10 m lange slang met een binnendiameter van
9 mm.
Onderhoud, smering en verzorging
Alvorens onderhoud aan het apparaat uit te voeren, moet u het altijd
loskoppelen van de persluchtbron.
Voor een goede werking en een lange levensduur is zorgvuldig onderhoud
essentieel.
Voor het bedienen van pneumatische apparaten is schone lucht vereist.
Corrosieresten, stof en vuil uit de pneumatische leidingen verminderen de
efficiëntie van het apparaat en veroorzaken technische problemen. Een
stroomopwaartse onderhoudsunit bestaande uit filter en drukregelklep
verwijdert vocht en vuil uit de lucht en regelt de werkdruk.
Reinig de luchtzandstraler en het inzetstuk van het mondstuk na gebruik met
een vochtige doek.
23