Waar een elektrische afrastering voor dieren
een openbaar voetpad kruist, moet de elektri-
sche afrastering op deze plaats een niet-geë-
lektrificeerde poort of doorgang door middel van
doorgang in de een afrastering aanwezig zijn. Bij
zo'n doorgang moeten de nabijgelegen geëlektri-
ficeerde draden voorzien zijn van waarschuwings-
borden.
Tabel BB.1: minimumafstanden van hoogspanningsleidingen voor elektrische afrasteringen voor dieren
1000 en
≤
De grootte van het waarschuwingsbord moet ten
minste 100 X 200 mm bedragen.
De achtergrondkleur aan weerszijden van het waar-
schuwingsbord moet geel zijn. Het opschrift op het
waarschuwingsbord is zwart en luidt als volgt
- het symbool in figuur A of
- de logische inhoud van
„Let op elektrische afrastering".
Het opschrift moet aan weerszijden van het waar-
schuwingsbord onuitwisbaar zijn aangebracht en
ten minste 25 mm hoog zijn.
U moet erop letten dat alle op het elektrische
afrasteringscircuit aangesloten hulpinrichtingen
een mate van isolatie tussen het afrasteringscircuit
en het elektriciteitsnet heeft die overeenkomt met
die van het elektrische afrasteringsapparaat.
OPMERKING 1 Bij hulpinrichtingen,
die voldoen aan de eisen voor isolatie tussen het
afrasteringscircuit en het elektriciteitsnet in de
secties 14, 16 en 29 van deze norm voor elektri-
sche afrasteringsapparaten, worden veron-
dersteld een adequate isolatie te hebben.
De extra uitrusting moet aanwezig zijn ter be-
scherming tegen weersomstandigheden. Tenzij de
fabrikant heeft aangegeven dat het gebruik van
deze apparatuur buiten dient te zijn en deze een
minimale beschermingsgraad van IPX4 heeft.
DEEL 3:
BEVEILIGING TEGEN BRAND, VUUR EN BLIKSEM
Houd brandbare materialen uit de buurt van de
elektrische afrastering: u moet erop worden letten
1000
≤
33000
≤
33000
≤
Elk deel van een elektrische afrastering voor
dieren dat langs een openbare weg of pad is
geïnstalleerd, moet op regelmatige afstanden
worden geïdentificeerd door middel van waar-
schuwingsborden die stevig aan de afrasterings-
palen zijn bevestigd of goed aan de afraste-
ringsdraden zijn vastgeklemd.
dat licht ontvlambare materialen uit de buurt van
de afrastering worden gehouden.
Bliksembeveiliging voor elektrische afra-
steringen voor brandpreventie in en rond
gebouwen: Om schade door blikseminslag te
voorkomen, moet een geaarde vonkspleet worden
geïnstalleerd in de toevoerleiding van de afras-
tering naar het gebouw of voorafgaand aan de
plaatsing in een gebouw. De installatie moet door
een vakman worden uitgevoerd. De ervaring heeft
geleerd dat stroombronnen meer door de bliksem
worden beschadigd dan accu's, dus het is aan te
bevelen een bliksembeveiligingssysteem te installe-
ren. Uw erkende dealer adviseert u graag.
DEEL 4:
BEHOUD VAN DE CORRECTE BEDRIJFSTOESTAND
De elektrische afrastering moet dagelijks volgens de
gebruiksaanwijzing worden getest, met name de uit-
gangsspanning. Controleer bovendien regelmatig:
•
de afrasteringsspanning aan het begin en het
einde van de afrastering;
•
de batterij- en accuspanning;
•
de afrastering op de mechanische toestand
en de vegetatie;
•
toevoerleidingen van de afrasteringen en
de aardingskabels zodat deze vrij worden
gehouden van ontvlambare voorwerpen;
•
Kabelverbindingen op toevoerleidingen van de
afrastering, afrasteringskabels (bijv. knopen)
en aardingskabels om een perfect contact te
garanderen en zo de juiste bedrijfstoestand te
garanderen en radio-interferentie te voorkomen;
•
isolatoren, kunststof strengen of tapes op
brosheid en/of beschadiging.
3
4
8
21