NEDERLANDS
NEDERLANDS
verpakking, controleer dan zorgvuldig het piepschuim en het toestel
zelf. Sommige onderdelen (bouten, schroeven, etc.) zitten al bevestigd
aan/in het toestel.
Inbusbouten: Zorg ervoor dat de inbussleutel goed in de bout zit
voordat er kracht op de sleutel wordt gezet. Op deze manier wordt
voorkomen dat de kop van de inbusbout wordt dolgedraaid.
ONDERHOUD
Veilig en effectief gebruik kan alleen worden bereikt als het
toestel goed wordt gemonteerd en onderhouden. Het is uw
verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het toestel
regelmatig wordt onderhouden. Onderdelen die al zijn gebruikt
en/of beschadigd, moeten worden vervangen voordat het toestel
verder gebruikt wordt. Het toestel mag alleen binnen worden
gebruikt en opgeborgen. Langdurige blootstelling aan verwering
en veranderingen in temperatuur/vochtigheid kunnen een ernstige
impact hebben op de elektrische componenten en bewegende
delen van het toestel. Haal altijd de stroomkabel van het toestel
uit het stopcontact voordat het apparaat wordt schoongemaakt of
onderhouden.
Dagelijks onderhoud
•
Reinig en verwijder zweet en vocht na elk gebruik.
•
Controleer of het toestel vrij is van stof en vuil.
•
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen en zorg dat
het toestel vochtvrij blijft.
Halfjaarlijks onderhoud
•
Inspecteer
alle
bouten
bewegende delen van het toestel. Draai bouten en moeren
vast indien nodig en zoals vereist.
•
Controleer de mobiliteit van bewegende onderdelen en
componenten van het toestel. Gebruik siliconenspray indien
nodig en zoals vereist.
LET OP!
Elke reparatie moet door een professionele technicus
worden uitgevoerd, tenzij anders aangegeven door de leverancier
of fabrikant.
Schoonmaak
Algemene reiniging van het apparaat zal de levensduur van het
en
moeren
in
verband
met
toestel verlengen. Houd het toestel schoon door regelmatig af te
stoffen.
Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van uw toestel en
voorkomt letsel! Kijk voor meer informatie op https://www.virtufit.nl/
service/faq/
LET OP!
Draag schone schoenen zodat de kans op vervuiling van
het toestel vermindert.
TRAININGSRICHTLIJNEN (FIG. A, 1-5)
Een succesvol trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, de
training zelf en een cooling down. Voer de hele training minstens twee,
maar bij voorkeur drie keer per week uit en houdt één dag rust tussen
de trainingen. Na enkele maanden kan de trainingsintensiteit worden
verhoogd tot bijvoorbeeld vier of vijf keer per week.
Warming-up
Het doel van een warming-up is dat het lichaam voorbereid wordt op
een training en het verminderd de kans op blessures. Warm het lichaam
op in twee tot vijf minuten voordat er met een cardio- of krachttraining
begonnen wordt. Doe oefeningen die de hartslag verhogen en de
werkende spieren opwarmen. Voorbeelden van dit soort activiteiten
zijn: vlot lopen, joggen, jumping jacks, touwtje springen en rennen op
de plaats.
Stretchen
Stretchen terwijl spieren warm zijn, is zeer belangrijk na een goede
warming-up en cooling-down. Het vermindert de kans op blessures.
Stretchoefeningen dienen gedurende 15 tot 30 seconden worden
vastgehouden. Voorbeelden van stretchoefeningen zijn:
•
Toe touch (Fig. A-1)
•
Inner thight stretch (Fig. A-2)
•
Hamstring stretch (Fig. A-3)
•
Achilles stretch (Fig. A-4)
•
Side stretch (Fig. A-5)
Cooling-down
Het doel van de cooling-down is het lichaam aan het einde van de
training terug te brengen naar de (bijna) normale ruststand. Een
goede cooling-down vermindert langzaam uw hartslag en bevordert
het herstel.
16