© ECS 2001
SK-003-DL-N
5.
Bevestig de 8-polige connector van de kabelboom met de bruine, rode en zwarte draad aan de 5C002, en de 8-polige connector met de gele
en groene draad aan de 5B009.
Plaats de relais met behulp van de meegeleverde foams in de buurt van het linker achterlicht.
6.
Leid het gedeelte van de kabelboom met het controlelampje en de bruin/witte en oranje draad aan de linkerzijde door het interieur naar het
dashboard.
Het tweede controlelampje moet op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats in het dashboard gemonteerd worden (bijvoorbeeld in een
vrije schakelaarpositie boven de radio).
Boor een gat van 8 mm en monteer het lampje.
7.
Bevestig het oog van de bruin/witte en de oranje draad op de +30 van de spanningrail die zich achter de zekeringkast bevindt.
Plaats de zekeringen en kapjes (15 amp. voor bruin/witte draad en 10 amp. voor oranje draad).
8.
Sluit de negatieve klem aan op de accu.
Controleer de electrische functies met de aanhanger aangesloten.
Het controlelampje knippert wanneer bij aangesloten aanhanger de knipperlichten (3x21W) of waarschuwingslichten (6x21W) ingeschakeld zijn.
Monteer alle gedemonteerde onderdelen.
INFORMATIE: De 3-polige connector in de kabelboom met de rood/blauwe en rode draad is voor uitbreiding van de contactdoosfuncties (aan-
hangerherkenning, spanning over het contact). Leg deze connector achter de bekleding als hij niet gebruikt wordt.
230201I
Bestel Nr.: SK-003-DL
REVISIE 1