C
Gebruik van het toestel
• Plaats het toestel niet in de buurt van een
gasbrander of een andere warmtebron.
Richt geen elektrische ventilator enz. naar
het toestel wanneer het in werking is. Dat
zou de goede regeling van de temperatuur
kunnen verstoren.
• Plaats niets op de oven wanneer deze
in werking is; de warmte die eruit komt,
zou voorwerpen die erop liggen kunnen
vervormen, scheuren, enz.
• Voedingsmiddelen in een fles of in blik
mogen niet rechtstreeks in de oven worden
opgewarmd: de fles of het blik zou kunnen
uiteenspatten en u kunnen verbranden.
26
NL
OPGELET
L e t e r o p d a t u z i c h n i e t
verbrandt tijdens of net na
het gebruik van de oven. De
metalen onderdelen en de
glazen deur worden zeer heet
wanneer de oven in werking
is. Zorg ervoor dat u ze niet
aanraakt terwijl u de deur
opent of sluit.
• Breng geen water op de glazen deur aan
wanneer deze warm is. Het glas zou kunnen
breken.
• U dient een stopcontact te gebruiken
dat correct bekabeld is en dat een AC-
spanning levert. Steek de stekker correct
in het stopcontact. Wanneer de stekker
niet correct wordt aangebracht, kan deze
oververhit raken. Sluit het toestel niet aan op
een lichtstopcontact. Sluit nooit meerdere
stekkers aan op eenzelfde stopcontact.