NL
4.
Afsluitmodus: Druk op de knop
huidige modus te verlaten.
WARMHOUDEN
•
Na het koken schakelt de snelkookpan
automatisch over naar de
warmhoudmodus en licht het
indicatielampje op.
•
De warmhoudmodus kan ook worden
geactiveerd vanuit stand-by met de
warmhoudknop.
•
De warmhoudtemperatuur is 60 à 80 °C.
ONDERHOUD
•
Houd de pan schoon voor de beste
werking en levensduur. Reinig de
snelkookpan regelmatig en verwijder vet
en vuil.
•
Maak de pan schoon met warm water en
een mild detergent. Gebruik geen
metalen, schurende of krassende
gereedschappen voor het reinigen, dit kan
het oppervlak van de pan beschadigen.
•
Bewaar de snelkookpan op minstens 30
cm afstand van andere keukenapparatuur.
REINIGING
1.
Trek de stekker uit het stopcontact en
wacht tot de snelkookpan volledig
is afgekoeld voor reiniging en/of
onderhoud.
2.
Verwijder het deksel en de pan en was de
pan met warm water en detergent, spoel
en droog met een zachte doek.
3.
Reinig de binnenkant van het deksel
met water. De afdichtingsring, de
beschermkap, het overdrukventiel
en het vlotterventiel kunnen worden
gedemonteerd voor reiniging. Monteer
alle onderdelen opnieuw en veeg de
binnenkant van het deksel af met een
doek.
128
4.
Veeg de buitenkant van de snelkookpan
om de
af met een doek. Dompel de buitenkant
of bodem niet onder in water of andere
vloeistof, spoel deze onderdelen niet af
met water en giet er geen water over.
Overdrukventiel
Trek het overdrukventiel uit het deksel. Reinig
het overdrukventiel en het vlotterventiel
minstens eenmaal per maand met een borstel
of doek.
Afdichtingshouder voor
overdrukventiel
Reinig de afdichtingshouder met warm water,
detergent en een borstel. De afdichtingshouder
kan verkleuren door olie of vet. Verwijder al het
vuil. De afdichtingshouder moet om de twee
maanden worden gereinigd.
Watertank
Na het koken kan condenswater in het
waterreservoir achterblijven. Maak het
waterreservoir leeg en veeg het schoon met
een doek. Restwater kan slechte geuren
veroorzaken.