Andere Technische Gegevens; Beschrijving Van Het Lasapparaat; Besturings-, Regel- En Aansluitorganen; Lasapparaat (Fig. B) - CEVIK PRO PROMIG 430 PULSE Manuel D'instructions

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis aangeduid is in
hoofdstuk 1 "Algemene veiligheid voor het booglassen".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een indicatieve
aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte waarden
van de technische gegevens van de lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks
genomen worden van de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- LASAPPARAAT: zie tabel 1 (TAB. 1)
- MIG-TOORTS: zie tabel 2 (TAB. 2)
- TIG-TOORTS: zie tabel 4 (TAB. 4)
- ELEKTRODEHOUDER: zie tabel 5 (TAB. 5)
Het gewicht van het lasapparaat staat in tabel 1 (TAB. 1).
4. BESCHRIJVING VAN HET LASAPPARAAT
4.1 BESTURINGS-, REGEL- EN AANSLUITORGANEN
4.1.1 LASAPPARAAT (Fig. B)
Op de voorkant:
1- Bedieningspaneel (zie beschrijving);
2- Aansluiting toorts en SPOOL GUN (alleen versie met enkele toorts);
3- Aansluiting stuurkabel toorts PUSH PULL en SPOOL GUN (alleen versie met
enkele toorts);
4- Positieve snelkoppeling (+) voor aansluiting van de laskabel;
5- Negatieve snelkoppeling (-) voor aansluiting van de laskabel;
6- Retourkabel met massaklem;
7- SPOOL GUN (optioneel);
8- Laskabel en -toorts.
9- Retouraansluiting (rood) koelvloeistof (alleen versie R.A.).
10- Aanvoeraansluiting (blauw) koelvloeistof (alleen versie R.A.).
11- Dop vloeistofreservoir (alleen versie R.A.).
Op de achterkant:
12- Hoofdschakelaar ON/OFF;
13- Voedingskabel;
14- Aansluiting voor de beschermgasslang toorts;
15- Zekering ter bescherming van de G.R.A. (alleen versie R.A.);
16- Aansluiting voor de beschermgasslang toorts T1;
17- Aansluiting voor de beschermgasslang toorts T2;
18- Aansluiting voor de beschermgasslang toorts T3.
4.1.2 BEDIENINGSPANEEL VAN HET LASAPPARAAT (Fig. C)
1- TFT-display.
2- Knop voor handmatig vooruitbrengen van de draad. Hiermee kan de draad vooruit
worden gebracht in de huls van de toorts zonder dat u op de toortstoets hoeft te
drukken; de knop heeft een tijdelijke werking en de bewegingssnelheid is vast.
3- Knop voor handmatige inschakeling van de elektromagnetische gasklep. Maakt
een gasuitstroom mogelijk (leidingen schoonspoelen, debiet instellen) zonder
dat u op de toortstoets hoeft te drukken; wanneer deze knop is ingedrukt, blijft
de elektromagnetische klep 10 seconden actief of totdat de knop opnieuw wordt
ingedrukt.
4- Multifunctionele toets:
-
: toegang tot het hoofdmenu;
-
: inschakeling/uitschakeling van de parameter die op het lasscherm moet
worden weergegeven;
5- Multifunctionele knop:
- door aan de knop te draaien, kunt u door de verschillende menuonderdelen
bladeren;
- door de knop in te drukken, kan het geselecteerde onderdeel worden geopend,
door eraan te draaien kan de waarde worden veranderd, door de knop opnieuw
in te drukken, kan de waarde worden bevestigd;
- als de knop minstens 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, kunnen de
variabelen in de synergetische modus worden ingesteld (type materiaal,
diameter draad, type gas, 2T, 4T, 4T bi-level, SPOT).
6- Multifunctionele toets:
: toegang tot de parameter die op het lasscherm moet worden
-
weergegeven;
-
: terug naar het bovenliggende menu.
-
: bevestigt gekozen waarden.
7 - USB-poort.

5. INSTALLATIE

LET
OP!
VOER
ALLE
DE
ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN
UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING (Afb. D, D1, D2a-b)
Pak het lasapparaat uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking zitten.
Montage retourkabel-klem Afb. E
Montage laskabel-elektrodehouder AFB. F
Installatie G.R.A. (alleen versie R.A.): raadpleeg de instructiehandleiding in de
koelingsgroep.

5.1 PLAATS VAN HET LASAPPARAAT

Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen obstakels zijn bij de
ingangs- en uitgangsopening van de koellucht; controleer ook of er geen geleidend
stof, corrosief vocht etc. wordt opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LET OP! Zet het lasapparaat op een vlakke ondergrond die geschikt is
om het gewicht ervan te dragen om omvallen of gevaarlijke verschuivingen te
INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN
UIT
MET
HET
LASAPPARAAT
voorkomen.

5.2 AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET

- Controleer voor het uitvoeren van elektrische aansluitingen of de gegevens op het
serieplaatje van het lasapparaat overeenkomen met de netspanning en –frequentie
op de installatieplaats.
- Het lasapparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een voedingssysteem met
geaarde nulleider.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type als bescherming tegen indirect
contact:
- Type A (
) voor eenfase-machines.
- Type B (
) voor driefasen machines.
- Om aan de vereisten van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) te voldoen, wordt
aangeraden het lasapparaat aan te sluiten op de interfacepunten van het stroomnet
met een impedantie van minder dan Zmax = 0.24 ohm.
- De lasmachine valt onder de vereisten van de norm IEC/EN 61000-3-12.

5.2.1 Stekker en contactdoos

Een genormaliseerde stekker (3P + P.E) met een adequaat vermogen met de
voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen uitgerust met
zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet
verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de vertraagde
zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom verdeeld door
de lasmachine en van de nominale voedingsspanning.
LET OP! Als de bovenstaande regels niet in acht worden genomen,
werkt het veiligheidssysteem van de constructeur (klasse I) niet meer, met de
daaruit volgende ernstige risico's voor personen (bijv. elektrische schok) en
zaken (bijv. brand).

5.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT

5.3.1 Aanbevelingen

OPGELET!
CONTROLEER
AANSLUITINGEN UITVOERT OF HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
van de maximale stroom die wordt afgegeven door het lasapparaat.
Verder:
- Draai de connectoren van de laskabels helemaal in de snelkoppelingen (als die er
zijn), voor een perfect elektrisch contact; als u dat niet doet, zullen de connectoren
oververhit raken en daardoor snel verslijten en minder efficiënt gaan werken.
- Gebruik zo kort mogelijke laskabels.
- Gebruik geen metalen constructies die geen deel uitmaken van het werkstuk als
vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dat kan gevaarlijk zijn voor de
veiligheid en slechte lasresultaten opleveren.

5.3.2 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MIG-MAG-MODUS

5.3.2.1 Aansluiting op de gasfles (als die wordt gebruikt)
- Gasfles die op de wagen mag staan: max. 30 kg.
- Schroef de drukverlager (*) op het ventiel van de gasfles met het speciale als
accessoire geleverde verloopstuk ertussen (als er Argon-gas of een mengsel van
Ar/CO
wordt gebruikt).
2
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bandje vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
(*) Accessoire dat apart moet worden gekocht als het niet bij het product is geleverd.

5.3.2.2 Aansluiting retourkabel lasstroom

Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd.

5.3.2.3 Toorts (Afb. B)

Breng de toorts (B-8) aan in de speciale connector (B-2) en draai de borgring met de
hand goed vast. Bereid de toorts voor om de eerste draad te kunnen laden: verwijder
het mondstuk en het contactbuisje zodat de draad beter naar buiten kan komen.
Verbind de externe koelleidingen met hun aansluitingen. Let daarbij op het volgende:
: VLOEISTOF-AANVOERLEIDING (Koud - blauwe aansluiting)
: VLOEISTOF-RETOURLEIDING (Warm - rode aansluiting)
EN
5.3.2.4 Spool gun (alleen versie met enkele toorts) (Fig. B)
Breng de spool gun (B-6) aan in de speciale connector (B-2) en draai de borgring met
de hand goed vast. Breng ook de aansluiting van de stuurkabel aan in het speciale
contact (B-5). Het lasapparaat herkent automatisch de spool gun.

5.3.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN TIG-MODUS

5.3.3.1 Aansluiting op de gasfles
- Schroef de drukverlager op het ventiel van de gasfles met, indien nodig, het speciale
verloopstuk ertussen dat als accessoire wordt geleverd.
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bijgeleverde bandje
vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
- Open de gasfles en regel de hoeveelheid gas (l/min.) volgens de indicatieve
gebruiksgegevens, zie tabel (TAB. 6); eventuele aanpassingen van de gasuitstroom
kunnen tijdens het lassen worden uitgevoerd met de ring van de drukverlager.
Controleer of de leidingen en aansluitingen niet lekken.
OPGELET! Sluit altijd het ventiel van de gasfles als u klaar bent.
5.3.3.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen
werkbank waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze
kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool (+) (Fig. B-7).
- 63 -
VOORDAT
U
DE
VOLGENDE
) op basis
2

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières