7
Reiniging luchtkwaliteitssensor
Om ervoor te zorgen dat de luchtreiniger de best
mogelijke prestaties levert, dient u om de 2 maanden
een reiniging met een zachte borstel (21) uit te
voeren. Verwijder de beschermkap (22) en reinig
de luchtkwaliteitssensor aan de inlaat en de uitlaat
voorzichtig met vochtige wattenstaafjes (23). Wanneer
u de luchtreiniger in zeer stoffige omgevingen gebruikt,
moet u de reinigingsintervallen verkorten.
8
Reiniging voorfilter
Gebruik een zachte borstel of als alternatief een stofzu-
iger (24) om vuildeeltjes te verwijderen. Het filter kan ook
worden gereinigd met water of zeepsop. Alleen volledig
gedroogde filters mogen weer in de luchtreiniger worden
geplaatst.
!
Let op: Om beschadiging te voorkomen, mag u het voorfilter alleen reinigen bij een laag zuigvermogen.
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig de behuizing met een licht vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen.
Voer reinigings- en/of onderhoudswerkzaamheden alleen uit bij een uitgetrokken netstekker. Bescherm het
apparaat tegen verontreinigingen en schade en zorg voor een droge opslag.
Energieverbruik en milieu
Het apparaat is uitgerust met de modernste energie-efficiënte technologie om de steeds schaarser wordende natu-
urlijke hulpbronnen van onze wereld te sparen. Desondanks kan onjuist gebruik leiden tot een hoger energieverbru-
ik. Schakel het apparaat uit wanneer de luchtkwaliteit al goed is, bij externe ventilatie, wanneer er geen mensen in
de ruimte zijn. Trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat langere tijd niet gaat gebruiken.
30
NL
21
23
22
24