Montage en inbedrijfstelling
2. Controleer of de melder stabiel staat en het indringen van CO in de melder niet
wordt belemmerd door voorwerpen.
Inbedrijfstelling
1. Plaats de meegeleverde batterijen met de juiste polariteit in het batterijvakje. De
waarschuwingstoon klinkt, het display toont de getallen van 000 tot 999 en alle
drie LED's knipperen afwisselend. Aan het einde van de opwarmfase gaan de LED's
en het display uit.
2. De groene LED knippert om de 30 seconden - de CO-melder is bedrijfsklaar.
3. Tragen Sie abschließend das aktuelle Datum (Installationsdatum) mit einem
wasser- und abriebfesten Stift auf dem rückseitigen Etikett des Melders ein (siehe
Abbildung):
4.
Toestelelektronica testen
Door op de testknop te drukken voor 5 seconden activeert u een test van de toestel-
elektronica. Om uw gehoor te beschermen, blijf uit de buurt van het toestel!
Het akoestische alarmsignaal klinkt viermaal en de rode LED (Alarm) knippert vier-
maal. Dit betekent niet dat er CO in de ruimtelucht aanwezig is, maar bevestigt de
correcte werking van de melder.
Test de werking van de melder altijd na de installatie en na ieder verwisselen van
de batterij (wacht ca. 30 seconden nadat de batterij contact heeft gemaakt). Boven-
dien wordt een regelmatige wekelijkse controle aanbevolen.
Voor wandmontage: plaats de
CO-melder met de achterkant op de
schroeven en klik het op zijn plaats.
– 72 –
(bijv. 30.08.2019)