CARPOINT 0177711 Mode D'emploi page 4

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Het risico bestaat dat er explosieve gassen vrijkomen bij het op- of ontladen van een accu. Aanraking met accuzuur kan blindheid en/of ernstige brandwonden veroorzaken.
Gebruik altijd oogbescherming bij gebruik van dit product. Niet-naleving van deze voorschriften kan leiden tot beschadiging van eigendommen, explosiegevaar en/of ernstig persoonlijk letsel.
PRODUCTSPECIFICATIE
Type interne accu:
Gesloten, oplaadbare loodzuuraccu. Met een vermogen van 10A
Vermogen:
12V gelijkstroom
Gewicht:
5kg
Startkabels:
Positieve (+) rode kabel: klemmen van met rubber geïsoleerd koper, 23A
Negatieve (-) zwarte kabel:
klemmen van met rubber geïsoleerd koper, 230A
Compressor:
Maximumdruk 260 psi. Met naald en drukmeter
Noodverlichting:
4 LEDs
ALGEMENE VEILIGHEID
1. Niet gebruiken in een gevaarlijke omgeving, zoals een vochtige of natte locatie. Niet blootstellen aan regen. Op een goed verlichte plaats werken.
2. Geen elektrische apparaten gebruiken in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
3. Uw werkplek schoonhouden. Rommelige ruimtes en werkplekken kunnen leiden tot ongevallen.
4. Kinderen uit de buurt houden.
5. Geschikte kleding dragen. Geen losse kleding, stropdassen, ringen, armbanden of andere sieraden dragen die verstrikt kunnen raken in bewegende onderdelen. Antislipschoeisel wordt aanbevolen. Lang haar
bedekken met een beschermend hoofddeksel.
6. Uitsluitend originele toebehoren gebruiken. Het gebruik van ongeschikt toebehoren kan persoonlijk letsel of schade aan de starthulp veroorzaken.
7. Uw apparaat nooit onbeheerd achterlaten, wanneer het nog aan staat.
8. De starthulp schoon en in goede staat houden voor een veilige en efficiënte werking. Om brand of een giftige reactie te voorkomen, mag u de starthulp nooit reinigen met benzine, nafta, aceton, lak, verdunner
of soortgelijke zeer vluchtige oplosmiddelen.
9. Controleer zorgvuldig of de starthulp goed werkt en naar behoren functioneert voor u het in gebruik neemt. Beschadigde onderdelen laten repareren of vervangen door een erkende vakman.
10. De starthulp niet gebruiken, wanneer u onder invloed bent van drugs, alcohol of geneesmiddelen die uw vermogen tot veilig gebruik van de starthulp kunnen aantasten.
11. Altijd een veiligheidsbril dragen.
ELEKTRISCHE VEREISTEN EN VEILIGHEID
Het risico bestaat dat er explosieve gassen vrijkomen bij het op- of ontladen van een accu. Niet-naleving van deze voorschriften kan leiden tot beschadiging van eigendommen, explosiegevaar en/of ernstig
persoonlijk letsel. Wanneer de starthulp niet gebruikt wordt, de accuklemmen altijd opbergen in de ingebouwde houders. De accuklemmen nooit aan elkaar of aan een andere metalen geleider bevestigen. Dit kan
leiden tot schade aan de starthulp en/of een vonk of explosiegevaar veroorzaken.
1. Draag bij werkzaamheden aan of in de buurt van loodzuurbatterijen en elektrische verbindingen altijd een veiligheidsbril met het ANSI-keurmerk. Uit de accu kan zuur lekken of er kunnen elektrische vonken
ontstaan die blindheid of ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
2. Vermijd aanraking met accuzuur. Als accuzuur in aanraking komt met uw huid, de desbetreffende plek onmiddellijk afspoelen met schoon water. Ga hiermee door tot er medische hulp is. Als u accuzuur in uw
ogen krijgt, spoel uw ogen dan onmiddellijk 15 minuten lang uit met schoon water. Raadpleeg direct een arts.
3. Sluit de elektrische accukabels aan op de juiste polen van de accu om ze te gebruiken als startkabels. Zorg ervoor dat het contactslot op '0' staat, voor u de kabels aansluit. Bevestig eerst de rode, positieve (+)
kabel aan op de positieve accupool. Bevestig vervolgens de zwarte, negatieve (-) kabel aan een stevig metalen onderdeel van het gestrande voertuig.
4. Laat de zwarte en rode klem niet met elkaar in aanraking komen. Als dat wel gebeurt, kunnen de klemmen of andere metalen voorwerpen smelten of kunnen er vonken ontstaan. Bevestig de klemmen stevig
aan de bijbehorende accupolen.
5. Gebruik alleen met elektrische 12V-systemen van een auto of boot. Gebruik de starthulp niet met een elektrisch 6V-systeem.
6. Uitsluitend voor noodgevallen. Gebruik de starthulp niet in plaats van de accu van een auto of boot.
7. Voorkom elektrische schokken. Wees bijzonder voorzichtig bij het gebruik van de elektrische klemmen in de buurt van niet geïsoleerde geleiders. Voorkom aanraking met geaarde oppervlakken en voorwerpen
als leidingen, radiators, fornuizen en behuizingen.
8. Voorkom beschadiging van de startkabels. Gebruik de starthulp uitsluitend zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
9. Houd kinderen op een veilige afstand van de werkplek. Kinderen mogen nooit op de werkplek komen of de starthulp gebruiken.
10. Berg niet gebruikte apparaten op. Wanneer de starthulp niet wordt gebruikt, moet het op een droge, veilige plaats worden bewaard. Deze plaats moet kunnen worden afgesloten en ontoegankelijk zijn voor kinderen.
11. Probeer niet te ver te reiken. Zorg dat u stevig staat en uw evenwicht bewaart. Reik niet over elektrische kabels of rekken heen.
12. Onderhoud gereedschap zorgvuldig. Inspecteer snoeren en kabels regelmatig. Als ze beschadigd zijn, laat ze dan repareren of vervangen door een erkende vakman.
13. Controleer of er onderdelen beschadigd zijn. Voordat de starthulp in gebruik wordt genomen, moeten onderdelen die beschadigd lijken, zorgvuldig worden gecontroleerd om te bepalen of de starthulp goed zal
werken en naar behoren kan functioneren.
INHOUD VAN DE VERPAKKING: Gebruik de starthulp niet indien er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is. Gebruik het pas weer zodra het desbetreffende onderdeel is vervangen.
SERVICE EN ONDERHOUD
De elektrische onderdelen van de starthulp kunnen niet door de gebruiker worden onderhouden. Reparaties moeten altijd worden uitgevoerd door een erkende vakman. Houd de starthulp vrij van vuil en vet. Bewaar
de starthulp op een droge plaats. De accu moet regelmatig opnieuw worden opgeladen en uiteindelijk worden vervangen na afloop van de levensduur (circa 800 tot 1000 oplaadcycli). Wanneer de accu het eind van de
levensduur nadert, zal de oplaadtijd langer of de gebruikstijd korter worden. De accu moet worden gerecycled of worden afgevoerd volgens de voorschriften.
GEBRUIK
De accu van uw apparaat moet mogelijk worden opgeladen wanneer u het heeft ontvangen. Dit kan op twee manieren: 1) gebruik de wisselstroomadapter of 2) gebruik de sigarettenaansteker van een auto met
draaiende motor om de accu op te laden met behulp van de accu van de auto. Als de accu van de starthulp niet volledig is opgeladen, moet u hem voor het eerste gebruik ten minste 48 uur laten opladen. De starthulp
moet na elk gebruik opnieuw worden opgeladen.
ACCUSTATUS CONTROLEREN
Houd de accustatusknop ingedrukt. De lampjes die het accu peil aangeven, gaan branden om aan te geven hoever de starthulp nog opgeladen is. Wanneer u de knop loslaat, gaan de lampjes uit.
Wanneer de starthulp volledig is opgeladen, zullen drie lampjes gaan branden.
Wanneer de starthulp voor ten minste 50% is opgeladen, zullen alleen de eerste twee lampjes (oranje en rood) gaan branden.
Wanneer alleen het rode lampje brandt, moet u de starthulp zo snel mogelijk opladen.
OPLADEN MET BEHULP VAN DE WISSELSTROOM-GELIJKSTROOMADAPTER
1. Steek het juiste uiteinde van de wisselstroom-gelijkstroomadapter in de oplaaduitgang voorop de starthulp.
2. Steek het andere uiteinde in een normaal stopcontact. Het rode oplaadlampje gaat branden om aan te geven dat de starthulp wordt opgeladen. Het duurt circa 18 tot 20 uur voor de starthulp volledig is opgeladen.
OPLADEN MET BEHULP VAN DE 12V-GELIJKSTROOMADAPTER
1. Steek het juiste uiteinde van de gelijkstroomkabel in de oplaaduitgang voorop de starthulp.
2. Steek het andere uiteinde in de sigarettenaansteker of 12V-stroomuitgang van uw voertuig.
3. Het rode oplaadlampje gaat branden om aan te geven dat de starthulp wordt opgeladen. Het duurt circa 5 tot 8 uur voor de starthulp volledig is opgeladen.
4. De starthulp laadt alleen als de motor draait. Het rode oplaadlampje zal met wisselspanning DC-DC niet branden, maar de starthulp wordt wel geladen. Tijdens het opladen met wisselspanning AC-DC brandt het
rode oplaadlampje wel. Het is beter om de starthulp met 230V AC op te laden en niet met 12V DC. De laadspanning moet hoger zijn dan de accuspanning.
OPMERKING: In sommige voertuigen werkt de sigarettenaansteker of de 12V-stroomuitgang niet, tenzij de contactsleutel een slag gedraaid is.
PAS OP! Laad de starthulp niet meer dan 36 uur achter elkaar op. Gebruik alleen de kabels die bij de starthulp geleverd zijn voor het opladen, anders kan de starthulp beschadigd raken.
STARTKABELS GEBRUIKEN OF EEN 12V-ACCU OPLADEN
Wanneer de accu van uw auto te zwak is om het voertuig te starten, kunt u de startkabels gebruiken. Zet alle optionele functies van uw auto uit (verlichting, airconditioning, verwarming, radio, enz.).
All manuals and user guides at all-guides.com

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières