gang sollte leuchten. Wenn nicht, ist der Akku hochohmig oder
defekt. Leuchtet die grüne Led ebenfalls nicht, liegt entweder ein
Kurzschluß vor oder die Polarität (+) und (-) ist vertauscht. Trennen
Sie in diesem Fall den Akku sofort vom Ladegerät.
Beim Anschluß am 700 – mA – Ausgang muß der Schalter auf "NC"
gestellt werden. Auch bei den anderen Ausgängen lassen sich
durch Parallelschaltung höhere Ladeströme erzielen. Der Gesamt-
strom darf jedoch niemals 850 mA überschreiten!
Hinweis!
Damit ein Akku auch nach längerer Zeit noch einwandfrei funk-
tioniert (ohne Memoryeffekt), wird bei NiCd – Akkus empfohlen
einen Akkupack nur entladen anzuschließen. Außerdem sollten
die Akkus einmal im Monat entladen / geladen werden (Selbst-
entladung, Kapazitätsverlust).
Die Ladezeit richtet sich nach der Akku – Kapazität einem sog.
Ladefaktor und dem tatsächlichen Ladestrom. Beachten Sie dazu
auch das nachstehende Rechenbeispiel:
1700 mAh x 1,4
Beispiel:
--------------------
750 mA
c) Ladung von Blei – Säure – oder Blei – Gel – Akkus
Stellen Sie zuerst den Schalter "Pb" auf "2V" oder "6V" oder "12V"
je nach Akkutyp. Schließen Sie den Pb – Akku nur am 700 – mA –
Ausgang an. Die Ladekontroll – Led sollte leuchten. Falls nicht, ist
der Akku defekt (hochohmig oder unterbrochen). Nach Beendigung
der Ladung, die rote Led erlischt, trennen Sie zuerst das Ladegerät
vom Netz und anschließend den Akku vom Ladegerät.
Achtung !
- Eine "leichte" Erwärmung der(s) Akkus während des Ladens
ist normal. Achten Sie aber unbedingt auf eine ausreichende
10
All manuals and user guides at all-guides.com
= 3,4 h (Stunden)
- Door onoordeelkundig gebruik (te hoge laadstromen of verkeerde
polariteit) kan de accu overladen of vernield worden. In het ergste
geval kan de accu ontploffen en hierdoor aanzienlijke schade ver-
oorzaken.
- Houd zendapparatuur (zoals mobiele telefoons, zendapparatuur
voor modelbouw e.d.) buiten het bereik van de lader daar het afs-
tralen van de zender storingen bij het laden resp. de vernieling
van de lader (en de accu) tot gevolg kan hebben.
- Defecte accu´s en accu´s die niet meer opgeladen kunnen worden
mogen niet via het gewone huisvuil afgevoerd worden, maar moeten
bij verzamelpunten voor klein chemisch afval ingeleverd worden.
- Het leggen van metalen kabels en contacten die ongeïsoleerd zijn
moet vermeden worden. Dergelijke onderdelen moeten door
geschikt en moeilijk ontvlambaar isolatiemateriaal of andere
maatregelen beveiligd worden om gevaren bij directe aanraking
te voorkomen. De geleidende onderdelen van de aangesloten
verbruikers moeten tevens door passende maatregelen tegen
directe aanraking beveiligd worden.
- Als de lader onder spanning staat, mag u bij de uitvoering van
werkzaamheden enkel gereedschap gebruiken dat hiervoor uit-
drukkelijk toegelaten is.
- Indien blijkt dat het niet (meer) mogelijk is de lader op een veilige
manier te gebruiken, dient u het apparaat buiten werking te stel-
len en onopzettelijk gebruik te voorkomen. Men mag ervan uit-
gaan, dat een veilig gebruik niet (meer) mogelijk is indien:
- de lader duidelijke beschadigingen vertoont,
- de lader niet meer werkt en
- na lange opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na zware transportbelastingen.
- U mag de lader nooit onmiddellijk op het stroomnet aansluiten
nadat het apparaat vanuit een koude naar een warme ruimte werd
overgeplaatst. Het condensatiewater dat hierbij gevormd wordt
kan in sommige gevallen de lader vernielen. Sluit het apparaat
niet direct aan, maar laat het eerst op kamertemperatuur komen.
39