6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• kraakgeluid: kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en
als het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een
sandwich-constructie).
• bromgeluid: als u een hoge kookstand
gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
6.3 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
• Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
Warmte-in‐
Gebruik om:
stelling
1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
1 - 2
Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
1 - 2
Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
2 - 3
Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
3 - 4
Stomen van groenten, vis en
vlees.
4 - 5
Aardappelen stomen.
4 - 5
Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
6.4 Öko Timer (Eco Timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met de
toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat een
kookzone op de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Tijd
Tips
(min)
zoals
Een deksel op het kookgerei
nodig
doen.
5 - 25
Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40
Met deksel bereiden.
25 - 50
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal‐
verwege de procedure door.
20 - 45
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
20 - 60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten.
NEDERLANDS
15