Alecto PRO-137 Mode D'emploi page 3

All manuals and user guides at all-guides.com
GEBRUIK
Mikrofoon:
De PRO-137 is geschikt voor laag-ohmige, dynamische mikrofoons; de mikrofoon aansluiting (13) bevindt zich aan de
achterzijde van het mengpaneel en met de mikrofoon-schuif (8) regelt u het volume.
Phono/line:
Platenspelers met een MD-element kunnen aangesloten w orden op de aansluitingen PHONO-1 en PHONO-2 (14 & 16)
aan de achterzijde van het mengpaneel; een eventuele aardedraad dient bevestigd te worden onder de aardeschroef
(12).
Geluidsbronnen die het signaal op lijn-nivo (line) afgeven, zoals tape- en cassette recorder, tuner en CD-speler worden
aangesloten op de ingangen LINE-1 en LINE-2 (15 & 17); ook platenspelers met een keramisch element dienen op de
aansluiting LINE aangesloten te worden.
De ingangskeuze schakelaars PHONO/LINE (9) bepaalt de keuze platenspelerltape, tuner etc; het volume instellen met
de kanaalschuiven 1 & 2.
Line/CD & line/tape:
Kanaal 3 en 4 zijn alleen geschikt voor geluidsbronnen op lijn-nivo zoals tape- en cassette recorder, tuner, CD-speler en
het audio-signaal van videokamera's.
Verbind de line-out uitgang van deze apparaten met de ingangen 18 & 19 van het mengpaneel en regel het volume met
de kanaalschuiven 3 & 4.
Toonregeling:
De klankkleur van het totale uitgangssignaal kan ingesteld w orden met de toonregelknoppen bass (10) voor de lage en
treble (11) voor de hoge tonen.
Voorafluistering:
Ten behoeve van het voorafluisteren van de verschillende geluidsbronnen kan een laagohmige hoofdtelef oon (4-329)
ingeplugd worden in aansluiting 4 op het front van de PRO-137 en kan het volume hiervan ingesteld worden met
draaiknop 5; selekteer met het monitor-keuze blok (2) het af te luisteren kanaal.
Talkover:
De talkover schakelaar verzwakt het muzieksignaal om een mededeling via de mikrofoon te laten overheersen; de
talkover funktie is niet automatisch en deze schakelaar dient na de mededeling op OFF (uit) gez et te worden voor het
normale muziek nivo.
Fader:
De fader regeling maakt een perfekt overvloeien van het geluid mogelijk tussen de kanalen 1 en 2 z onder dat de
kanaalschuiven bediend hoeven te worden.