Blaupunkt ISD-SD1 Manuel De L'utilisateur page 34

Problemen oplossen:
Probleem Manier van afvoeren
De rookmelder 1. Plaats het alarm op
geeft geen de beugel en draai het
geluid als hij rechtsom tot hij op z'n
wordt getest. plaats klikt.
2. De rookmelder
schoonmaken. Zie het
deel "onderhoud en
reiniging".
3. Als er tijdens de
garantie dan nog steeds
problemen zijn, kunt u
naar uw handelaar gaan.
4. Als er geen garantie
meer op de rookmelder
zit, plaats dan een nieuwe.
Een alarm De batterij is bijna leeg,
"piep" met vervang de rookmelder.
rode LED knip-
pert eenmaal
om de 40
seconden.
Rookmelder De rookmelder schoon-
piept elke 40 maken. Zie het deel
secon- "onderhoud en reiniging".
den(alarm gaat Vervang de rookmelder
in storing). als het probleem
aanhoudt.
De rookmelder 1. Druk de testknop in om
gaat onbedo- het alarm te pauzeren.
eld onregel- 2. Maak de rookmelder
matig af of als schoon. Zie het deel "on-
mensen koken, derhoud en reiniging".
een douche 3. Verplaats de rookmelder
nemen, etc. naar een nieuwe locatie
druk de testknop in.
Het alarm 1. Maak de rookmelder
klinkt anders schoon. Zie het deel "on-
dan anders. derhoud en reiniging".
Het start en 2. Als er tijdens de
stopt. garantie dan nog steeds
problemen zijn, kunt u
naar uw handelaar gaan.
3. Als er geen garantie
meer op de rookmelder
zit, plaats dan een nieuwe.
34
Brandveiligheid:
Als het alarm klinkt en u heeft niet op de
testknop gedrukt,
is het een waarschuwing voor een gevaar-
lijke situatie en is uw onmiddellijke reactie
noodzakelijk. Om voorbereid te zijn op zulke
gebeurtenissen dient u ontsnappingsroutes
te bespreken met uw gezins- leden en deze
regelmatig oefenen.
1: Laat iedereen het geluid van de rook-
melder horen en leg uit wat dit geluid
inhoudt.
2: Bepaal twee uitgangen voor iedere kamer
en een ontsnappingsroute naar buiten
voor elke uitgang.
3: Leer alle gezinsleden de deur aanraken en
een alternatieve uitgang te gebruiken als
de deur heet is, leer ze de deur niet open
te doen als deze heet is.
4: Leer uw gezinsleden over de vloer te kru-
ipen om laag te blijven onder gevaarlijke
rook, dampen en gassen.
5: Bepaal een veilige ontmoetingsplaats
buiten het gebouw voor alle gezinsleden.
Wat te doen bij brand:
1: Raak niet in paniek; blijf kalm.
2: Verlaat het gebouw zo snel mogelijk. Raak
deuren aan om te voelen of deze heet zijn
voor u ze opent. Gebruik een alternatieve
uitgang indien nodig. Kruip over de vloer,
en stop niet om dingen mee te nemen.
3: Ontmoet elkaar op een vooraf
afgesproken punt buiten het gebouw.
4: Bel de brandweer van buiten het gebouw.
5: Ge niet terug een brandend gebouw in.
Wacht op de brandweer.
Let op: Deze regels zullen u helpen in het
geval van een brand, echter, om de kans op
een brand te verminderen dient u zich aan
de brandveiligheidsregels te houden en
gevaarlijke situaties te voorkomen.