Snelheidsstand instellen
Bij de quadrocopter kunt u, al naar gelang uw vliegervaring, kiezen uit twee
snelheidsstanden.
♦
Zet de schakelaar voor de snelheidskeuze
heid. Deze snelheidsstand wordt aanbevolen voor piloten die geen of slechts
zeer weinig vliegervaring hebben.
♦
Zet de schakelaar voor de snelheidskeuze
heid. Deze snelheidsstand wordt aanbevolen voor piloten die al ervaring hebben
opgedaan in het besturen van quadrocoptermodellen.
360°-looping
Wanneer u al ervaring hebt opgedaan met de quadrocopter, kunt u ook een
360°-looping uitvoeren.
♦
Laat de quadrocopter op een hoogte van ca. 2-3 m vliegen en houd hem in
zweefvlucht.
♦
Druk de stuurpook
signaal om aan te geven dat de quadrocopter zich in de 360°-loopingmodus
bevindt.
♦
Beweeg de stuurpook
De quadrocopter voert dan een 360°-looping in de betreffende richting uit.
Kalibratie
Als de quadrocopter uit zichzelf in één bepaalde richting beweegt (driften), moet
u hem kalibreren.
♦
Plaats de quadrocopter op een horizontaal, effen vlak.
♦
Trek tegelijkertijd de gashendel
naar de rechterbenedenhoek. De indicatielampjes
peren 3 seconden lang. Zodra de indicatielampjes
de kalibratie voltooid en kan weer met de quadrocopter worden gevlogen.
■
66
│
NL │ BE
omlaag. De afstandsbesturing geeft een continu geluids-
in een richting (vooruit/achteruit/naar rechts/naar links).
naar de linkerbenedenhoek en de stuurpook
op de stand "−" voor de lage snel-
op de stand "+" voor de hoge snel-
van de quadrocopter knip-
weer continu branden, is
QC 360 A1