Overstroomventiel
Instelling:
Instelling overstroomventiel diffe-
rentiaaldruk, indien installatiege-
gevens ontbreken.
3061739_0810
Overstroomventiel
2
1,8
1,6
1,4
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2
0
Diagram 1
Sluitende thermostaatventielen van de radiator doen de hoeveelheid circulerend water
in het desbetreffende verwarmingscircuit dalen en zorgen zodoende voor een stijging
van de differentiaaldruk tussen aanvoer en retour. Deze stijging van de differentiaaldruk
moet via het overstroomventiel worden verhinderd, aangezien er anders geluid en
schade aan de circulatiepomp kan ontstaan.
Neem de differentiaaldruk en de hoeveelheid circulerend water uit de berekening van
de installatieweerstand.
Breng de waarden over op het diagram en lees de instelwaarde af.
Voorbeeld:
In te stellen differentiaaldruk:
Vereiste min. circulatiehoeveelheid:
De bijbehorende instelwaarde:
- De thermostaatventielen op alle radiators volledig openen.
- Schroefdop van positie 8 (uitleveringstoestand, max. veervoorspanning) langzaam in
de richting van de 0 draaien tot er verwarming van de bypassleiding merkbaar is.
- Isolatie weer aanbrengen!
Volumenstroom V (m³/h)
0,4 bar
0,3 m
/h
3
2
Schaalwaarde 8
Schaalwaarde 6
Schaalwaarde 4
Schaalwaarde 2
Schaalwaarde 0
29