Télécharger Imprimer la page

Reely PK04 Mode D'emploi page 8

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Beschikbare programmeermogelijkheden
Programmeerfunctie 1 = rijmodus ("Running Mode"):
Hier legt u de rijmodus vast.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Craw-
ler) verneemt u telkens de mogelijke rijmodus.
1 = alleen vooruit rijden mogelijk
2 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (bij het omschakelen van vooruit naar achteruit rijden
wordt niet onmiddellijk, maar na een korte pauze naar achteruitrijden omgeschakeld om de
aandrijving, wielen en accucapaciteit te sparen.
3 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (de omschakeling van vooruit naar achteruit rijden ge-
beurt hier onmiddellijk; dit is uitstekend bij Crawler-voertuigen; bij normale voertuigen leidt deze
instelling tot verhoogde belasting voor transmissie, wielen en accuvermogen)
Programmeerfunctie 2 = motorrem ("Drag Brake Force"):
Als de gashendel op de zender uit de instelling vooruit naar de neutrale stand wordt gebracht,
wordt de motorrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een "echte"
auto, als u de voet van het gaspedaal neemt, maar het rempedaal nog niet indrukt.
De motorrem kan in verschillende stappen worden geprogrammeerd. Hoe hoger de ingestelde
waarde, hoe sterker de remwerking.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype
(bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Programmeerfunctie 3 = onderspanningsherkenning ("Low Voltage Cut-Off Threshold"):
De onderspanningsherkenning wordt gegeven bij gebruik van het model met LiPo- en NiMH-
accu's. De activering van deze functie is in het bijzonder voor LiPo-accu's aangewezen om
schakelijke diepontlading van de accu te vermijden.
De instelwaarde heeft betrekking op een LiPO-accu op een spanningswaarde per
cel.
Voorbeeld: Bij een instelling van 3 V zou een 2-cellige LiPo-accu bij onderschrijding van
2 x 3 V = 6 V de motor uitschakelen.
Als u een NiMH-accu gebruikt en na het inschakelen van de rijregelaar een spanning van
9,0 tot 12 V wordt herkend, gebeurt de uitschakeling, zoals bij een 3-cellige LiPo-accu. Als
een spanning van onder de 9 V wordt herkend, zal de rijregelaar de uitschakeling zoals bij een
2-cellige LiPo-accu gebeuren.
Voorbeeld: Als de rijregelaar een accuspanning van 8,0 V herkent en de uitschakelspanning
per cel is op 2,6 V ingesteld, zal de rijregelaar bij het bereiken van een accuspanning van
5,2 V (2 x 2,6 V = 5,2 V) de motor uitschakelen.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype
(bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Wij raden voor een LiPo-accu een instelwaarde van 3,2 V/cel aan.
Let voor de werking van de onderspanningsherkenning op de gebruiksaanwijzing van de rij-
regelaar. Daarbij geldt: Als tijdens het gebruik van de rijregelaar gedurende 2 seconden een
onderspanning wordt herkend, wordt het vermogen van de rijregelaar met 50% verminderd. Na
nogmaals 10 seconden wordt de motor uitgeschakeld. Als bij een LiPo-accu de spanning per
cel minder dan 3,5 V bedraagt, dan kan de rijregelaar niet meer worden geactiveerd. Beëindig
in dit geval het rijden en laad de accu opnieuw volledig op.
Programmeerfunctie 4 = opstartdynamiek ("Start-Mode (Punch)"):
Met deze instelling kunt u de opstartdynamiek instellen. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe
agressiever de motor op de stuurbevelen van de zender reageert. Het is hierbij van belang dat
de accu de hiervoor benodigde stroom kan leveren (gebruik een LiPO-accu met hoog C-rate).
"Stottert" de motor op het hoogste niveau van de opstartdynamiek en is de accu niet leeg (of
krachtig genoeg), moet de transmissieoverzetting eventueel worden gewijzigd. Op basis van
de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt
u telkens de mogelijke instelwaarde.
Programmeerfunctie 5 = maximale remkracht ("Max Brake Force"):
Hier stelt u de remwerking in, wanneer uit vanuit het vooruit rijden de stuurhendel op de zender
naar achteruit rijden (of rem) naar diens eindpunt beweegt. Hoe hoger de ingestelde waarde,
hoe hoger de remwerking.
Hoe hoger de remwerking is ingesteld, hoe hoger de belasting voor de transmissie
en wielen. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het
rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Informatie met betrekking tot het gebruik
Let zowel bij on- als off-roadvoertuigen op:
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden dient de gashendel zich kort (ca. 2 seconden)
in de neutraalstand te bevinden. Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt
gezet, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig gaat NIET achteruit!).
Afvoer
Elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke
voorschriften te worden afgevoerd.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ...................................4,8 tot 8,4 V/DC
Afmetingen ...........................................88 x 58 x 14 mm (L x B x H)
Gewicht .................................................ca. 40 g
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie
in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE.
1456605_V1_0916_02_VTP_m_nl

Publicité

loading