NL
• Aangesloten sensors kunnen via de klemmen +U
gevoed worden (zie afbeelding
en intern met elkaar verbonden.
• De totale stroomopname van alle hierlangs gevoede sensors
mag 100 mA niet overschrijden.
• Bij overbelasting of kortsluiting tussen +U
spanning afgeschakeld. Na eliminatie van de storing schakelt de
spanning automatisch weer in.
• Aangesloten kunnen ook extern gevoed worden (b.v. wanneer
hun stroomopname 100 mA overschrijdt).
Aansluiting van de sensor geschiedt dan tussen de klemmen
E1... E4 en GND.
Voeding van aangesloten sensors
). Deze zijn dubbel geïnstalleerd
en GND wordt de
S
Voeding van aangesloten sensors
en GND
Gevaar voor vernieling van de toestellen!
S
U
en GND mogen niet met de corresponderende aansluitingen
S
van een ander toestel worden verbonden.
Sensors die op de ingangen van het analoge ingangsmoduul
(E1...E4) zijn aangesloten nooit voeden via de voedingsklemmen
U
en GND van een aangesloten analoog ingangsmoduul.
S
NL