»
72
10. Naaien
Wanneer u naaigaren hebt ingeregen en
alles juist hebt ingesteld, zoals in de
voorgaande hoofdstuk beschreven:
a)
Stof plaatsen
Draai eerst met het handwiel de
²
naald helemaal naar boven.
Breng met de voethevel het de
naaivoetje omhoog.
• Leg de stof onder het naaivoetje en
laat het de naaivoetje weer zakken.
b)
Met naad beginnen
Houd de beide naar achteren
weggeleide draaduiteinden vast
met de linkerhand.
• Trap nu heel voorzichtig op de
voetschakelaar – en wel zo, dat de
eerste 3-4 naaibewegingen plaatsvin-
den. Leid daarbij de stof met de
rechterhand.
Wanneer de eerste naaibewegingen
met succes zijn uitgevoerd, houdt u
de hevel voor terugwaarts naaien
kort ingedrukt...
• en trapt u weer even op de
voetschakelaar, tot u weer op het
beginpunt van de naad bent.
Wanneer u van daaruit met de naad
verdergaat, zit de naad stevig vast
doordat er meerdere malen overheen
is genaaid.
c)
Naad afsluiten
Naai ook op het einde van de naad een
aantal malen heen en weer. Gebruik
hiervoor net als bij het begin van de
naad de hevel voor terugwaarts naaien.
Daardoor wordt de naad ook aan het
uiteinde stevig vastgemaakt.