NL
1
Controlelampje krachtafgifte
2
Controlelampje ingrijpen alarmen
3
Digitaal display
4
Werking digitaal display (Volt - Amp. - Bar)
5
Functietoets spanning - stroom
6
Functietoets lucht
7
Regelknop
8
Aan/Uit schakelaar
9
Filter
3.2
PANEEL ACHTERKANT
Figuur 2.
TABEL n° 1 - ALARMEN
DISPLAY
- - -
CUP
HtA
ThA
(Knipperend)
CtA
Air
ScA
LSF
5.
TOETS STROOM SPANNING
Door de toets ( Ref. 5 - Afb. 1 pag. 2) in te drukken verschijnt op het display
( Ref. 3 - Afb. 1 pag. 2) de op de lassnijbrander bestaande spanning.
De spanning wordt tijdelijk afgebeeld.
6.
FUNCTIETOETS LUCHT
Door de toets ( Ref. 6 - Afb. 1 pag. 2) in te drukken wordt gedurende een
bepaalde tijd het luchtsysteem van de machine geactiveerd, waarbij de
bedrijfsdruk wordt afgebeeld.
7.
REGELKNOP STROOM
Hiermee kan de stroom tijdens het snijden afgesteld worden ( Ref. 3 - Afb. 1
pag. 2) .
GEBRUIKSAANWIJZING
3.3
FUNCTIE BEDIENINGSORGANEN
1.
CONTROLELAMPJE KRACHTAFGIFTE ( Ref. 1 - Afb. 1 pag. 2) .
Bij brandende lichtdiode is de machine gereed om te snijden.
2.
CONTROLELAMPJE INGRIJPEN ALARMEN ( Ref. 2 - Afb. 1 pag. 2)
Wanneer de lichtdiode brandt betekent dit dat zich een van de voorziene
alarmen heeft voorgedaan; gelijktijdig verschijnt op het display ( Ref. 3 -
Afb. 1 pag. 2) het soort alarm volgens onderstaande tabel, met de beschrij-
ving van hetgeen gedaan moet worden om de generator te herstellen.
In deze toestand levert de generator geen stroom.
3.
DIGITAAL INSTRUMENT ( Ref. 3 - Afb. 1 pag. 2) .
Brengt de door de generator ingestelde stroomwaarde in beeld en in plaats
daarvan tijdelijk:
✔
✔
✔
pag. 2) .
✔
✔
✔
4.
FUNCTIE DIGITAAL INSTRUMENT ( Ref. 4 - Afb. 1 pag. 2) .
De brandende lichtdiode komt overeen met de op het display afgebeelde
eenheden:
✔
✔
✔
BETEKENIS
Ingangsspanning onvoldoende. Lijnschakelaar
open of geen lijn.
De kap van de lassnijbrander is niet goed vastge-
draaid (Bij ingeschakelde generator).
Te hoge temperatuur van de vermogensomzetter.
Waarschuwing dat te hoge temperatuur van de
vermogensomzetter (HtA) bijna bereikt is.
Te hoge temperatuur van compressor.
Luchtdruk onvoldoende
(Lager dan 1,5 bar).
Kortsluiting bij uitgang.
Uitschakelen van boog.
8.
AAN/UIT SCHAKELAAR ( Ref. 8 - Afb. 2 pag. 3)
Deze schakelaar heeft 2 standen; Aan (Groen lampje brandt) en Uit, het-
geen overeenkomt met het inschakelen enuitschakelen van de generator.
9.
LUCHTFILTER ( Ref. 9 - Afb. 2 pag. 3)
reinigen volgens het onderhoudsprogramma.
4.0 GEBRUIKSAANWIJZING
a.
Sluit de generator aan in een droge ruimte met afdoende ventilatie.
b.
Druk op de Aan-schakelaar ( Ref. 8 - Afb. 2 pag. 3) en wacht tot de genera-
tor aanslaat.
(NL) 3
Melding van inschakelen.
Softwareversie.
Spanning op lassnijbrander door te drukken op de toets ( Ref. 5 - Afb. 1
Luchtdruk door te drukken op de toets ( Ref. 6 - Afb. 1 pag. 2) .
Soorten alarm (ALARMEN), zie tabel 1.
Soorten machinestoringen (FAIL), zie tabel 2.
Volt.
Amper.
Bar.
HERSTEL
Bij herstel van alarm.
Bij aanhoudend alarm contact opnemen met klan-
tenservice.
De generator uitschakelen,
De kap goed vastdraaien en de generator opnieuw
inschakelen.
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur
gedaald is).
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur
gedaald is).
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur
gedaald is).
Contact opnemen met de
klantenservice.
Generator uitschakelen en vervolgens weer
inschakelen.
Kap en elektrode op slijtage controleren en zono-
dig vervangen. Bij aanhoudend alarm de generator
uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
Indien het alarm zich weer voordoet de klantenser-
vice raadplegen.
NL