6.
Start de meting met de start/stop‑toets.
Er klinkt een pieptoon, die het begin van de meting aangeeft en er verschijnt een rode opname-stip op het display.
Een dubbele pieptoon geeft het einde van het spoor aan.
De meting eindigt automatisch aan het einde van elk meetspoor.
7.
Beweeg de scanner overeenkomstig het voorgeschreven raster over het te onderzoeken oppervlak. Meet alle
sporen.
Als de maximaal toegestane scansnelheid wordt benaderd, volgt een akoestische en visuele waarschuwing. Als
de scanbeweging te snel is, wordt de meting afgebroken en moet het meetspoor worden herhaald.
De voortgang van de meting wordt met een balk weergegeven. De rode voortgangsbalk wordt zwart als de
minimumlengte bereikt is.
8.
Om het laatst gemeten spoor te wissen drukt u de annuleren-toets in.
Daarna kunt u een nieuwe meting starten.
9.
Na het scannen van het laatste spoor wordt het meetresultaat direct weergegeven en kan de meting worden
gecontroleerd en geanalyseerd.
nl
10. Via de functietoetsen "Contrast", "Param." en "Visualization" kunnen de visualisatie- en berekeningsparameters
worden gewijzigd. Als de "Param." worden gewijzigd, moeten de gegevens opnieuw worden berekend. Druk
hiertoe de bevestigingstoets "Ok" in.
5.6 Projecten
Met deze functie kunnen projecten worden beheerd, en kunnen geregistreerde scans worden getoond en geanalyseerd:
1.
Kies in het hoofdmenu de functie "Projects".
2.
Kies het gewenste project. Het actieve project is te herkennen aan een afgeknikte rechte hoek erboven.
In dit actieve project worden de volgende scangegevens opgeslagen.
3.
Selecteer de gewenste scan.
De scan wordt weergegeven en kan opnieuw worden geanalyseerd.
5.7 Gegevensoverdracht
AANWIJZING
Deze functie is bij de PS 1000-B niet beschikbaar.
De scangegevens kunnen ofwel via de datakabel PSA 52 naar de tablet PSA 200 worden overgedragen of via de SD-
geheugenkaart PSA 95 en de adapter PSA 96 direct naar een PC worden overgedragen.
Als de gescande gegevens met de SD-geheugenkaart worden overgedragen, controleren dat de PS 1000 is
uitgeschakeld, alvorens de kaart te verwijderen.
Anders kunnen er gegevens verloren gaan.
5.8 Handgreep verwijderen 5 6
Omstandigheden kunnen ervoor zorgen, dat de X-Scan PS 1000 vanwege een te grote bouwhoogte niet op het
te onderzoeken scangebied kan worden gebracht. Om deze oppervlakken desondanks te kunnen scannen, kan de
handgreep worden verwijderd.
Aan de onderzijde van het apparaat de schroeven losmaken en vervolgens de handgreep naar boven toe verwijderen.
54