EDUCATIEVE LCD-OSCILLOSCOOPKIT
Bandbreedte: Meestal uitgedrukt in MHz. Dit is de frequentie waaraan een toegepaste sinusgolf weergegeven wordt bij een amplitude van ongeveer 70% van
de oorspronkelijke amplitude. Duurdere oscilloscopen hebben een grotere bandbreedte. Vuistregel: de bandbreedte van een oscilloscoop moet minstens 5 keer
groter zijn dan de frequentie van het signaal op de ingang van de oscilloscoop.
Bemonsteringsfrequentie: Meestal uitgedrukt in samples of megasamples/seconde, soms in MHz. Dit is het aantal keer per seconde dat de digitale oscilloscoop 'kijkt'
naar het ingangssignaal. Hoe vaker de scoop 'kijkt', hoe beter deze een getrouw beeld kan tekenen van de golfvorm op het scherm. Theoretisch moet de sample rate
het dubbele zijn van de hoogste frequentie van het te meten signaal. In werkelijkheid verkrijgt u de beste resultaten bij een sample rate van 5 keer de hoogste frequentie.
'Clipping': De bovenkant van een signaal, de onderkant of beiden worden afgesneden ('clipped'), bijvoorbeeld omdat het signaal niet
verder kan uitwijken door beperkingen van de voeding. Dit kan gebeuren bij het oversturen van een versterker. Dit kan ook gebeuren
bij een te lage Volt/div-instelling, of het overschrijden van het signaal op de ingang van de oscilloscoop.
DC-koppeling: De oscilloscoop geeft zowel de AC- als de DC-component van een signaal weer.
DC-referentie: DC-metingen worden altijd uitgevoerd t.o.v. een referentieniveau (nulniveau), dus dit referentieniveau moet gedefinieerd worden. In de meeste
gevallen is het referentieniveau het midden van het scherm, maar dit is niet verplicht.
Digitaal: Digitale oscilloscopen zetten het ingangssignaal om van analoog naar digitaal en verzorgen alle berekeningen en weergaven in het digitale domein.
Digitale signalen bestaan uit slechts twee vaste niveaus, meestal 0 V en +5 V. Zie ook 'Analoog'.
Gelijkspanning: (DC: Direct Current) Bij gelijkstroom vloeit de stroom in één richting en keert niet om. Een DC-bron heeft een polariteit, (+) en (-).
HOLD of HOLD-modus: In HOLD-modus wordt het scherm niet meer bijgewerkt. Zo kunt u het signaal beter bekijken.
Ingangskoppeling: Het schema toont een typisch ingangscircuit van een oscilloscoop. Er zijn 3 mogelijke instellingen: AC-koppeling, DC-koppeling, en GND. Bij
AC-koppeling wordt een condensator met het ingangssignaal in serie gezet. Deze condensator blokkeert de DC-componenten van het signaal en laat enkel AC
door. Bij DC-koppeling wordt het signaal omgeleid voorbij de condensator zodat zowel de AC- als de DC-component doorgelaten wordt. Laagfrequente signalen
(<20 Hz) moeten altijd met gebruik van een DC-koppeling weergegeven worden. Gebruikt u de AC-koppeling, dan interfereert de interne koppelcondensator met
het signaal zodat het verkeerd weergegeven wordt.
AC-koppeling
DC-koppeling
GND
- 9 -