1. Bovenste deksel
2. Bedieningspaneel
3. Zijpaneel
4. Luchtuitlaat
5. Gevelpaneel
6. Achterpaneel
7. Wielen
8. Basisplaat
1. Timer (TIMER) – Wanneer het apparaat aan staat, drukt u op de TIMER-knop om deze functie te stoppen
en wanneer het apparaat uit staat, drukt u op de TIMER-knop om de timerfunctie te starten. Wanneer het
timerpictogram knippert, drukt u op de 3 en 4 knoppen (zie bovenstaande afbeelding) om de gewenste
tijd te selecteren.
2. Snelheid (SPEED) – Druk op deze knop om de gewenste ventilatiesnelheid te selecteren.
3. Omhoog/omlaag toetsen – Druk op deze 2 knoppen om de temperatuur te selecteren (deze functie is niet
beschikbaar wanneer het apparaat in de ventilator- of ontvochtigingsmodus staat) of de timer.
4. Zie punt 3.
5. Standby-mod (SLEEP) – Wanneer het apparaat in de koelmodus staat, drukt u op deze knop om deze
functie te activeren; het apparaat schakelt over naar de energiespaarmodus.
6. Functietoets (MODE) – Druk op deze knop om de functies koeling, ventilator of ontvochtiger te
selecteren.
7. Aan/Uit-knop (POWER)
Bedieningspaneel
Afstandsbediening
51
9. Filter
10. Continu uitblaasgat
11. Snoeropslag
12. Ventilatie-uitlaat
13. Filter
14. Uitlaatgat
15. Decoratief frame
D E H U M