4. ONDERHOUD EN REINIGING
4.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigingsmid‐
delen
Houd de kap
schoon
Koolstoffilter
4.2 De vetfilter reinigen
Filters worden gemonteerd met behulp
van clips en pennen aan de andere kant.
De filter reinigen:
1. Druk op de handgreep van de
montageclip op het filterpaneel onder
de kap (1).
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen en borstels.
Maak het oppervlak van het apparaat schoon met een zachte doek,
warm water en een mild reinigingsmiddel.
Na het koken kunnen sommige onderdelen van het apparaat heet wor‐
den. Om vlekken te voorkomen moet het apparaat afkoelen en worden
gedroogd met een schone doek of keukenpapier.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig het apparaat en smeer de filters elke maand. Reinig de binnen-
en vetfilters zorgvuldig zodat er geen vet meer achterblijft. Vetophoping
of andere resten kunnen brand veroorzaken.
Volg de instructies voor het reinigen van de accessoires wanneer de fil‐
termelding is ingeschakeld. Raadpleeg in het hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik" het gedeelte over "Filtermelding".
U kunt vetfilters ook in de afwasmachine wassen.
De vaatwasser moet op een lage temperatuur en een korte cyclus wor‐
den ingesteld. De vetfilter kan verkleuren, maar dat heeft geen invloed
op de prestaties van het apparaat.
De verzadigingstijd van de koolfilter varieert afhankelijk van het type ko‐
ken en de regelmaat van het reinigen van de vetfilter. De actieve koolfil‐
ter is niet wasbaar, kan niet worden geregenereerd en moet ongeveer
om de 4/6 maanden worden vervangen, of vaker voor bijzonder zwaar
gebruik.
1
2
2. Kantel de voorkant van de filter iets
naar beneden (2) en trek vervolgens.
Herhaal de eerste twee stappen voor alle
filters.
3. Reinig de filters met een spons met
niet-schurende reinigingsmiddelen of
in een vaatwasser.
NEDERLANDS
91