! Leer, voordat u de machine in werking stelt, alles over de bedieningselementen en zorg ervoor dat
u ze zo kunt bedienen dat u, zo nodig, de motor onmiddellijk kunt stilzetten of uitzetten.
! Pas niet de stand aan van de motorregelaar of van de snelheidsbeperking.
! Voordat u begint met werken met de machine moet u van het oppervlak van het terrein dat u gaat
maaien, alle stenen, stukken hout, draad, botten, gevallen takken en andere items verwijderen, die
tijdens het maaien zouden kunnen worden weggeslingerd.
! Verhelp alle storingen voordat u de machine gaat gebruiken. Controleer, voor u aan de slag gaat, grondig
dat de snaren zijn gespannen, de messen scherp zijn en de ruimte binnen in het maaimechanisme vrij
is.
2.1.3 TIJDENS HET WERKEN MET DE MACHINE
! Deze machine is bedoeld voor het maaien van niet-onderhouden terreinen waar de gebruiker misschien
niet altijd volledig zicht heeft op en kennis van de conditie van het terrein dat wordt gemaaid (greppels
en gaten), en daarom is de machine voorzien van een opklapframe.
! Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 10° (17%) en wanneer u de 4x4-aandrijving
gebruikt op hellingen van meer dan 20° (32%).
! Transport van passagiers, dieren of vrachten direct op de machine is verboden. Transport van vrachten
is alleen toegestaan op aanhangwagens die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de machine.
! Zelfs als u de machine maar voor korte tijd alleen laat, moet u de sleutel uit het contact nemen.
! Als u met de machine wegrijdt van het werkterrein waar u gras maait, moet u altijd het maaimechanisme
uitschakelen en het omhoog brengen in de transportpositie.
! Maai niet in de buurt van hopen materiaal, gaten of oevers. De tractormaaier kan plotseling omver
rollen als het wiel over de rand van een gat of greppel komt of bij een rand die afkalft.
! Blijf tijdens het werken uit de buurt van betonnen ondersteuningen, boomstronken en randen van
borders en voetpaden, deze mogen niet in contact komen met de messen omdat dat kan leiden tot
beschadiging van het maaimechanisme en het mechanisme van de machine.
! Stop, als u op een massief voorwerp botst, en schakel het maaimechanisme en de motor uit en
inspecteer de gehele machine, vooral de stuurinrichting. Voer zo nodig reparaties uit voordat u de
motor weer start.
! Werk, als dat mogelijk is, niet met de machine in nat gras. Verminderde tractie kan slippen tot gevolg
hebben.
! Blijf uit de buurt van obstakels (bijv. een plotselinge verandering van de helling, greppels, enz.) waar
de machine zou kunnen kantelen.
! Als het maaimechanisme is uitgeschakeld moet het altijd in de transportpositie staan.
! Probeer niet de stabiliteit van de machine te verbeteren door de grond aan te stampen.
! Werk alleen met de machine bij daglicht of bij goed kunstlicht.
! Het is niet toegestaan met de machine op de openbare weg te rijden.
! Draag, wanneer u de machine bedient, geen losse kleding en een korte broek, draag stevig, volledig
gesloten schoeisel. Bedien de machine nooit terwijl uw sandalen draagt of blootsvoets.
! Laat de motor niet draaien in gesloten ruimten. De uitlaatgassen bevatten stoffen die reukloos zijn
maar giftig, en mogelijk dodelijk.
! Steek niet uw handen of benen onder de afdekking van het maaimechanisme. Breng nooit een deel
van uw lichaam in de buurt van de roterende of bewegende onderdelen van de machine.
! Start de motor nooit zonder een uitlaat.
! Gewoonlijk overschrijdt het geluid dat wordt geproduceerd tijdens het maaien niet de waarden voor
akoestische druk en voor akoestisch vermogen die worden opgegeven in deze gebruikershandleiding
(
1.4) Maar in bepaalde gevallen kunnen de lawaainiveaus onder bepaalde omstandigheden en als
gevolg van de conditie van het terrein korte tijd worden overschreden.
! De fabrikant van de machine adviseert u gehoorbescherming te gebruiken wanneer u met de machine
werkt omdat het belasten van het gehoororgaan met een uitzonderlijk hoog geluidsniveau of de
effecten van lawaai op de lange termijn kan/kunnen leiden tot permanente beschadiging van het
gehoor.
178