(kruisgordel). Steek de gordels door de gaten en trek ze eruit. Om de gordels te
monteren, steekt u de gordels door de gaten en trekt u ze aan de achterkant en de
onderkant van de draagstoel naar buiten. Bevestig de harnasgordels aan de gesp (afb.
15). De gemonteerde harnasgordels mogen niet verdraaien of in de knoop raken.
Vastmaken van het kind met de veiligheidsgordel van de draagstoel
•
Maak de gordels los - druk op de verstelknop (N) en trek aan de schoudergordels (C).
•
Druk op de rode knop op de klem (D) (afb. 17).
•
Maak de gordels los en leg ze opzij.
•
Plaats het kind in de draagstoel.
•
Steek de armen van uw kind door de schoudergordels (afb. 16).
•
Sluit de schoudergordels (1 in afb. 18) en steek ze in het gordelslot (2 in afb. 18).
•
Een correcte aansluiting van de gordels zal resulteren in een hoorbare "klik".
•
Trek aan de verstelband van het harnas (F) en trek de gordels aan (afb. 18).
Let op! De gordels mogen niet gedraaid of geknoopt zijn. De gordels van het harnas
mogen niet los zitten en moeten goed aansluiten, maar mogen voor het kind niet
oncomfortabel zijn. Er moet voldoende ruimte zijn voor twee vingers tussen de
borst van het kind en de veiligheidsgordel.
Montage in het voertuig
•
Verander de stand van de draagbeugel in stand C (afb. 7).
•
Plaats de draagstoel op de achterbank van de auto in de achterwaarts gerichte
positie (afb. 21).
•
Let op: het kinderzitje mag niet worden gemonteerd op een zitplaats met een
voorwaartse airbag.
•
In uitzonderlijke gevallen kan het stoeltje op de passagiersstoel voorin worden
gemonteerd, zie Toepassing autostoeltje.
•
Maak de autogordel vast en leg de heupgordel over de zitting. Als de heupgordel
eenmaal vastzit, trekt u hem door de stoelgeleiders (K), zoals aangegeven in afb. 20.
•
Strek de schoudergordel van de auto uit en plaats hem achter de stoel (afb. 23).
•
De gordel moet door de achterste geleider (O) lopen. De gordel mag niet gedraaid zijn.
•
Als u klaar bent, duwt u het stoeltje naar de rugleuning. Trek de autogordel
NL
‑ 68 ‑