Veiligheidsinstructies
3.1.9
Veiligheidsinstructies voor de lader
In deze paragraaf worden alle basis veiligheids-
en waarschuwingsinstructies opgesomd, die bij
het gebruik van de oplader moeten worden ge-
respecteerd. Lees de instructies!
■
Gebruik de oplader alleen voor het beoogde
gebruik, d.w.z. voor het opladen van de ge-
specificeerde accu. Uitsluitend originele ac-
cu's van AL-KO met de oplader laden.
■
Voor elk gebruik de volledige oplader en
vooral de netkabel en de accuschacht op be-
schadigingen controleren. Gebruik de opla-
der alleen wanneer het in perfecte staat is.
■
Gebruik de lader niet in explosie- en brand-
gevaarlijke omgevingen.
■
Gebruik de oplader alleen binnenshuis en
stel hem niet bloot aan regen of vocht.
■
De oplader altijd op een goed verlucht en niet
brandbaar oppervlak plaatsen, omdat hij bij
het opladen warm wordt. De ventilatie-ope-
ningen vrijhouden en de oplader niet afdek-
ken.
■
Voor het aansluiten van de oplader controle-
ren of de in de technische gegevens vermel-
de netspanning beschikbaar is.
■
Het netsnoer uitsluitend gebruiken voor het
aansluiten van de oplader, niet voor andere
doeleinden. De oplader niet aan het netsnoer
optillen, en de stekker niet door trekken aan
het snoer uit het stopcontact trekken.
■
Het netsnoer beschermen tegen hitte, olie en
scherpe kanten, zodat het niet beschadigd
raakt.
■
De oplader en accu niet vuil of nat gebruiken.
Voor gebruik de oplader en de accu reinigen
en drogen.
■
Oplader en accu niet openen. Er bestaat ge-
vaar voor elektrocutie en kortsluiting.
■
Laat de oplader voor uw persoonlijke veilig-
heid alleen repareren door gekwalificeerd ge-
specialiseerd personeel dat gebruik maakt
van originele reserveonderdelen.
■
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met fysieke, sensorische of
mentale beperkingen of gebrek aan ervaring
en kennis worden gebruikt, mits zij onder toe-
zicht staan of voorgelicht zijn over het veilige
gebruik van het apparaat, en de gevaren be-
grijpen die ervan uit kunnen gaan. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reini-
ging en onderhoud mogen niet door kinderen
zonder toezicht uitgevoerd worden.
442617_a
■
Personen met zeer sterke en complexe be-
perkingen kunnen behoeften hebben die bo-
ven de hier beschreven aanwijzingen uit
gaan.
■
Ongebruikte oplader opslaan op een droge
en afgesloten plaats. Onbevoegde personen
en kinderen mogen geen toegang hebben tot
de oplader.
3.2
Veiligheidsinstructies voor
plantenspuiten
■
Spuit geen brandbare vloeistoffen zoals ben-
zine om het gevaar voor brand of explosie te
verminderen.
■
Gebruik alleen gazon- en tuinchemicaliën op
waterbasis.
■
Gebruik geen chemicaliën voor commerciële
of industriële doeleinden.
■
Gevaar voor elektrische schokken. Spuit niet
in de richting van stopcontacten.
■
Het spuitgebied moet goed geventileerd zijn.
■
Spuit niet op plaatsen waar vonken, vlammen
of andere ontstekingsbronnen aanwezig zijn.
■
Wees u bewust van alle mogelijke gevaren
van het betreffende spuitmateriaal, de afzon-
derlijke chemicaliën en mogelijke combina-
ties.
■
Gebruik geen van de volgende vloeistoffen in
het apparaat, omdat deze de metalen onder-
delen, tank of slang kunnen beschadigen:
■
Corrosief (alkalisch)
■
Corrosief
■
Zelfverhittend
■
Volg altijd de instructies van de chemicaliën-
fabrikant voor gebruik, reiniging en opslag die
op het productetiket zijn afgedrukt. Chemica-
liën moeten buiten het bereik van kinderen
worden bewaard.
■
Spuit geen materiaal waarvan de mogelijke
gevaren onbekend zijn.
■
Draag geschikte beschermingsmiddelen, zo-
als een spuitmasker dat bedoeld is om te
spuiten, handschoenen en andere geschikte
beschermingsmiddelen, om de blootstelling
aan spuitmaterialen te beperken.
■
Vermijd alle huid- en oogcontact met chemi-
caliën of de te verwerken spuitoplossing,
evenals inademing van dampen en spuitne-
vel. Neem in geval van contact onmiddellijk
de volgende maatregelen:
■
Huid grondig wassen met water en zeep.
41