4.1 Bijzondere voorwaarden voor gebruik op plaatsen
met explosiegevaar
- De lamp mag niet worden opgeslagen op plaatsen waar
explosiegevaar heerst.
- Na iedere vervanging van batterijen of afdichtringen moe-
ten de afdichtringen en schroefdraad worden gecontrole-
erd op correcte passing en op vervuiling of beschadiging.
- Om de IP-bescherming te garanderen, moeten voor ge-
bruik in de Ex-zone de onderdelen van de lampbehuizing
handvast dan wel tot aan de aanslag worden vastgedraaid.
5. Veiligheidsinstructies
Gevaar voor verblinding!
- Kijk niet direct in de lichtbundel.
Richt de lichtbundel niet rechtstreeks op de ogen van
andere personen.
6. Ex-gegevens
EG-Verklaring van typeonderzoek nr.:
ZELM 05 ATEX 0272 X
Ex-markering:
1G Ex ia op is IIC T4 resp. T3 Ga
1D Ex ia IIIC T130°C Da
Goedgekeurd voor zones 2, 1 en 0, apparaat uit groep II,
gasgroep IIC (explosiegevaarlijke gassen, dampen of nevels),
temperatuurklasse T4.
Goedgekeurd voor zones 22, 21 en 20, apparaat uit groep
III, explosiegevaarlijk stof, IIIC – geleidend stof, IIIB – niet-
geleidend stof, IIIA – brandbaar pluis, T130 °C.
45