NL
DRAADLOZE SLAGSCHROEVENDRAAIER
Waarschuwing
1. Druk de bithouder zo ver mogleijk in de as. (Zie Fig.7)
2. Verwijderen van de bithouder : trek de bithouder uit de as.
3. Om het apparaat op te starten kunt u eenvoudig de hoofdschakelaar indrukken. De snelheid van het apparaat zal
verhogen wanneer u de schakelaar verder indrukt. Als u het apparaat wilt stoppen moet u de hoofdschakelaar los-
laten.
4. Als u de draairichting wilt veranderen (zie Fig.6) kunt u het palletje naar voren / naar achteren indrukken. De draai-
richting wordt ook afgebeeld op de voorkant van de palletjes.
5. Controleer altijd de draairichting, voordat u met dit apparaat begint te werken.
6. Gebruik het palletje vooruit / achteruit alleen wanneer het apparaat volledig gestopt is. Wanneer u van richting
verandert voordat het apparaat is uitgeschakeld kunt u het beschadigen.
7. Houd het apparaat stevig vast en plaats de punt van de bithouder in de moer. Voer druk uit op de voorkant van het
apparaat zodat de bithouder niet op de moer glijdt.
Gebruik de geschikte bithouder.
Houd het apparaat direct op de moer gericht. Als u de moer langer dan nodig aandraait, kunnen de moer en/of het
schroefdraad overbelast raken of beschadigen. Voordat u met uw werkzaamheden begint, moet u altijd eerst een test
uitvoeren om te bepalen hoe stevig u uw schroef moet aandraaien. Tijdens het draaien van een standaard schroef in
een stalen plaat kan het ideale aanhaalmoment binnen zeer korte tijd (ongeveer 0.1-0.2 seconden) worden verkre-
gen.
Stop het apparaat zodra u een «inslag» hoort. Tijdens het aandraaien van een M6 moer (of kleiner) moet u zorgvuldig
de druk op de hoofdschakelaar instellen, om te voorkomen dat de moer beschadigt.
8. Het aanhaalmoment kan worden beïnvloed door een groot aantal factoren, waaronder de volgende : Na het aan-
draaien moet u altijd het koppel controleren met een momentsleutel.
Wanneer de accu bijna leeg is zal de spanning verminderen, en het aanhaalmoment zal ook verminderen.
Zowel bithouders als schroevendraaiers moeten geschikt zijn voor de door u uitgevoerde werkzaamheden. Als dit niet
het geval is zal het resultaat minder goed zijn.
Voor het richten van de bout :
Zelfs als de coëfficiënt van het aanhaalmoment en de klasse van de bout identiek zijn, zal het geschikte aanhaalmo-
ment niet identiek zijn (afhankelijk van de diameter van de bout)
9. Zelfs wanneer de diameter van de moer identiek is, kan het geschikte aandraaimoment variëren, afhankelijk van de
coëfficiënt van het koppel, de klasse en de lengte van de moer.
10. De manier waarop u het apparaat ondersteunt zal het aanhaalmoment beïnvloeden.
Installeren of verwijderen van de haak
1. Installeren van de Haak :
Gebruik T10 boortjes en draai aan in de richting van de wijzers van de klok.
(2)
(1)
(Fig.1)
(Fig.2)
2. Verwijderen van de Haak :
Gebruik T10 boortjes voor het losdraaien van de haak.
(1)
(2)
37