4.
Draai de knop naar links of rechts om de auto te laten draaien.
5.
Als u klaar bent met rijden, schakelt u de controller uit, schakelt u de
auto uit en ontkoppelt u de accu.
BESCHRIJVING VAN DE
CONTROLLERFUNCTIES
•
Als je merkt dat je auto iets naar links of rechts buigt in plaats van
rechtdoor, kun je het stuur afstellen met de toespoorschakelaar op
de controller. Houd de voorkant van de auto in de lucht terwijl u de
regelaar gebruikt.
•
Om de snelheid dienovereenkomstig aan te passen, draait u de
gashendel met de klok mee om de maximumsnelheid te verhogen.
Draai de regelaar tegen de klok in en de maximale snelheid zal afnemen.
NL