Alleen boren
Voor het boren in hout, metaal of kunststofmaterialen,
draait u de werkingsfunctiekeuzeknop naar het sym-
bool
. Gebruik een spiraalboor of houtboor.
► Fig.8: 1. Alleen boren
Alleen hameren
Voor het beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, draait
u de werkingsfunctiekeuzeknop naar het symbool .
Gebruik een puntbeitel, koudbeitel, bikbeitel, enz.
► Fig.9: 1. Alleen hameren
De stand van het mondstuk afstellen
Houd de ontgrendelknop van de schuifarm ingedrukt en
duw de schuifarm naar binnen, en laat de knop los in de
gewenste stand.
► Fig.10: 1. Schuifarm 2. Ontgrendelknop van de
schuifarm
OPMERKING: Voordat u de stand van het mondstuk
afstelt, zet u eerst het mondstuk helemaal in de voor-
ste stand door op de ontgrendelknop van de schui-
farm te drukken.
De boordiepte instellen
Houd de instelknop voor de boordiepte ingedrukt en schuif deze
naar de gewenste stand. De afstand (A) is de boordiepte.
► Fig.11: 1. Instelknop voor de boordiepte
Koppelbegrenzer
KENNISGEVING:
Schakel het gereedschap
onmiddellijk uit wanneer de koppelbegrenzer in
werking treedt. Hiermee helpt u vroegtijdige slijtage
van het gereedschap te voorkomen.
KENNISGEVING:
Boren, zoals gatenzagen, die
gemakkelijk bekneld raken in het boorgat, mogen
niet worden gebruikt met dit gereedschap. Dit
is omdat zij de koppelbegrenzer te vaak in werking
doen treden.
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de
motor een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt,
zal de boor ophouden met draaien.
Haak
LET OP:
Hang het gereedschap nooit op
een hoge plaats of aan een mogelijk instabiel
oppervlak.
Voor HR2661
► Fig.12: 1. Haak
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op
te hangen.
Om de haak te gebruiken, draait u de haak gewoon
omhoog totdat deze vastklikt in de geopende stand.
Als u de haak niet gebruikt, vouwt u deze weer omlaag
totdat deze vastklikt in de gesloten stand.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (extra handgreep)
LET OP:
Gebruik altijd de zijhandgreep om
veilig te kunnen werken.
LET OP:
Na het aanbrengen of afstellen van
de zijhandgreep, controleert u of de zijhandgreep
stevig is vastgezet.
Breng de zijhandgreep zodanig aan dat de groeven
op de greep om de uitsteeksels op de schacht van het
gereedschap vallen. Draai de greep rechtsom om hem
te bevestigen. De greep kan onder de gewenste hoek
worden vastgezet.
► Fig.13: 1. Zijhandgreep
Smeren
Smeer het uiteinde van de schacht van de boor vooraf
in met een beetje vet (ong. 0,5 tot 1 gram).
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
De boor aanbrengen en verwijderen
Reinig het uiteinde van de schacht van de boor en
smeer het met vet voordat u de boor aanbrengt.
► Fig.14: 1. Uiteinde van de schacht 2. Smeren
Breng de boor aan in het gereedschap. Draai de boor
en duw hem naar binnen tot hij vergrendelt.
Controleer na het aanbrengen van de boor altijd of de
boor stevig in het gereedschap is bevestigd door te
proberen hem eruit te trekken.
► Fig.15: 1. Boor
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof
helemaal omlaag en trekt u de boor eruit.
► Fig.16: 1. Boor 2. Boorkopmof
Beitelhoek (bij beitelen, bikken of
slopen)
De beitel kan onder de gewenste hoek worden vast-
gezet. Om de beitelhoek te veranderen, draait u de
werkingsfunctiekeuzeknop naar het symbool O. Draai
de beitel naar de gewenste hoek.
► Fig.17: 1. Werkingsfunctiekeuzeknop
Draai de werkingsfunctiekeuzeknop naar het sym-
bool
. Controleer daarna of de beitel stevig op zijn
plaats vastzit door deze iets te verdraaien.
40 NEDERLANDS