Maak voor het bepalen van de acculaadspanning de accuklem los.
De acculaadspanning meet u over de soldeerpunten '+' en '-' op de bodemprint (CN5 Ucharge
Measure).
Bepaal met potentiometer P5 de acculaadspanning van de accu. Standaard wordt de accu opgeladen met 13,6
Vdc.
Accuspanning
Lagere accuspanning
Hogere accuspanning
Fancom adviseert het audio- of visuele signaal minstens een keer per week handmatig te testen.
U kunt de signaleringsunit testen door de draaischakelaar op
vertragingstijd het audio- of visuele signaal activeert, functioneert de signaleringsunit correct. Wordt het audio- of
visuele signaal niet geactiveerd? Laat uw installateur de accuspanning dan bij belaste toestand meten. Als deze
lager is dan 10 Vdc, is de accu defect. Als deze hoger is dan 10 Vdc, is het audio- of visuele signaal defect of wordt
dit niet goed ingeschakeld.
De signaleringsunit voert elke dag een automatische accutest uit. Deze duurt ongeveer 10 minuten. Als de
accuspanning goed is, gebeurt er niks. Als de accuspanning lager is dan 9 Vdc, zal de signaleringsuitgang activeren
en zal het indicatielampje (
opslaan (zie pagina 2).
) oplichten (zie pagina 6). U kunt de signaleringsgegevens in de signaleringsunit
gNdfp
T
te zetten. Als na het verstrijken van de eventuele
P5
Linksom draaien
Rechtsom draaien
n
5