5.5
Inbedrijfstelling in combinatie met de Solar-Log™
Als de Solar-Log™ wordt ingeschakeld, wordt automatisch ook de Sensor Box Professional Plus van stroom
voorzien. Vervolgens moet de Sensor Box Professional Plus op de gewenste vrije RS485-interface worden
geconfigureerd:
•
Via de WEB -interface het dialoogvenster
Zie ook de installatiehandleiding , hoofdstuk "Toebehoren aansluiten" , "Inbedrijfstelling" en "Configuratie
van de aangesloten apparaten".
•
Selecteer " M&T Sensor " bij de desbetreffende interface.
•
Detectie uitvoeren.
De Sensor Box Professional Plus wordt net zoals een omvormer in het systeem geïntegreerd. De rest van de
configuratie vindt plaats via de webinterface van de Solar-Log™.
5.6 Technische gegevens
Sensor Box Professional Plus
Afmetingen en gewicht
Behuizing
Beschermingsklasse
Temperatuurbereik
Voeding
Stroomopname
Signaalinterface
Protocol
Bestralingssterkte
Installatie
Aansluitingsgegevenskabel
Conformiteit
16
Configuratie | Apparaten | Definitie
b/h/d in mm: 145/85/40; 360 g
Gepoederlakt aluminium
IP65
-20 °C tot +70 °C
Via RS485-gegevenskabel van de Solar-Log™ (10,5-28 V
geen andere stroomvoorziening nodig
10 mA nominaal
RS485
Solar-Log™, 9600 Baud, 8N1
Instralingssensor: ± 5 % (0 W/m
Celtemperatuur: ± 1 K (-20 tot 70 °C) / ± 2 K (-40 °C tot +85
°C)
Op montagerails zonnepanelen
•
4-polig, 3 m, weer- en UV-bestendig
(LiY(St) 11 Y (4 x 0,14)
•
verlengbaar tot max. 50 m
CE conform DIN EN-61000-6-1:2007 en
DIN EN-61000-6-3:2007
selecteren.
DC
2
tot 1400 W/m
2
)
),