NL
MAAIDEK
MAAIDEKRIEMSPANNING
Controleer de riemspanning na iedere 50
bedrijfsuren. De achterste doorbuiging van de
maaidekriem dient bij (W) 1,25 cm te bedragen
wanneer een kracht van 1,5-2,3 kg wordt
uitgeoefend.
1. Indien sprake is van diepere doorbuiging dan
1,25 cm, moet de veer worden verwijderd en
bout (X) naar het volgende gat worden
verplaatst. Breng daarna de veer weer aan.
2. Waar nodig moet de bout die beugel (S) vastzet
worden gelost en de beugel worden bewogen om
een opening van 3 mm tussen de rubberbumper
en beugel (I) te bereiken.
Afb. 2
MAAIDEKGRENDEL
–
Wanneer het maaidek voor onderhoudswerk
omhoog wordt gebracht, dient maaidekgrendel
(L) aan de vloer van de tractor te worden
bevestigd.
NL-22
RANSOMES 700 Serie EC Tractors
BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSHANDLEIDING