Table des Matières
Publicité
Opmerking: Let op een geringe en gelijkblijvende
afstand tot het bodemoppervlak.
Fijn zoeken (zie afbeelding C)
Als u een ferromagnetisch voorwerp lokaliseert, houdt
u het meetgereedschap loodrecht op het bodemop-
pervlak en bepaalt u door kruisende, korte bewegin-
gen het centrum van het voorwerp.
De precieze positie van het ferromagnetische voor-
werp blijkt uit het bijbehorende maximum van het sig-
naal.
Vlak boven het voorwerp klinkt het geluidssignaal met
de hoogste frequentie en signaleert het LCD-display
6 zowel door de numerieke indicatie 7 als door het
staafdiagram 9 de hoogste waarde.
Opmerking: Houd er rekening mee dat het meetge-
reedschap niet alleen op verborgen ferromagnetische
voorwerpen reageert, maar bijvoorbeeld ook op ferro-
magnetische voorwerpen op uw lichaam.
Zoeken onder water (zie afbeelding D)
Ferromagnetische voorwerpen kunnen ook onder
water worden gedetecteerd.
Dompel het meetgereedschap slechts tot
onder de kunststof behuizing onder. Binnen-
dringend water kan de elektronica van het meetge-
reedschap beschadigen.
Zoeken naast een metalen hek
(MT100 /MT200) (zie afbeelding E)
Houd het meetgereedschap bij een lage sensorge-
voeligheid horizontaal en ongeveer haaks ten opzichte
van het hek.
Geleid het meetgereedschap tijdens het zoeken op
een gelijkblijvende afstand tot het hek over de bodem.
Het signaal stijgt bij het naderen van het ferromagne-
tische voorwerp en daalt vlak daarboven tot de basis-
waarde. Elke verdere plaatsverandering leidt tot het
stijgen van het signaal.
Zoeken naast een metalen hek
(MT102/MT202) (zie afbeelding F)
Plaats het meetgereedschap op de gewenste afstand
tot het hek en druk op de Erase-toets 11.
Doorzoek vervolgens het terrein op een lijn parallel
aan het hek en let erop dat u het meetgereedschap
parallel aan het hek zwenkt.
Als de afstand tot het hek verandert, moet u het zoe-
ken herhalen.
Signaalpatronen
De volgende afbeeldingen tonen de signaalpatronen
van verschillende ferromagnetische voorwerpen.
2 610 A15 110 • 23.6.09
Putdeksels
Grote ferromagnetische voorwerpen leveren dubbele
signalen op volgens de bovenstaande afbeelding.
Het centrum van de putdeksel wordt door het heen en
weer bewegen van het meetgereedschap bepaald.
Het midden tussen de beide signaalpieken levert het
centrum van de putdeksel op. Hier daalt het signaal
relatief sterk.
Stalen leidingen
Duidelijke signalen ontstaan boven aansluitstukken,
bochtstukken en buiseinden.
Meetmarkeringen, duwstangen
Staande buizen of stangen kunnen zeer goed gede-
tecteerd worden. Ze werken als zeer sterke magneten
en veroorzaken duidelijke signalen.
Nederlands | 41
Publicité
Table des Matières
