De verzadigingstijd van de koolfilter varieert afhankelijk van het type ko‐
ken en de regelmaat van het reinigen van de vetfilter.
Koolstoffilter
4.2 De vetfilter reinigen
Filters worden gemonteerd met behulp
van clips en pennen aan de andere kant.
De filter reinigen:
1. Druk op de handgreep van de
montageclip op het filterpaneel onder
de kap.
1
2
2. Kantel de voorkant van de filter iets
naar beneden en trek vervolgens.
Herhaal de eerste twee stappen voor alle
filters.
3. Reinig de filters met een spons met
niet-schurende reinigingsmiddelen of
in een vaatwasser.
De vaatwasser moet op een
lage temperatuur en een
korte cyclus worden
ingesteld. De vetfilter kan
verkleuren, maar dat heeft
geen invloed op de
prestaties van het apparaat.
4. Voer de eerste twee stappen in
omgekeerde volgorde uit om de
filters terug te plaatsen.
Herhaal de stappen voor alle filters
indien van toepassing.
4.3 De koolfilter vervangen -
optioneel
WAARSCHUWING!
Afhankelijk van het type kan
het filter wel of niet opnieuw
worden gegenereerd.
Raadpleeg de bijsluiter bij
het filter.
Om de filter te vervangen:
1. Haal de vetfilters uit het apparaat.
Zie "De vetfilter reinigen" in dit hoofdstuk.
2. Trek de flapjes naar het onderste
deel van de filter.
3. Kantel de voorkant van de filter iets
naar beneden en trek vervolgens.
4. Voer dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde uit om een
nieuwe filter te installeren.
In ieder geval moeten de filters ten
minste om de vier maanden worden
vervangen.
4.4 Het lampje vervangen
Dit apparaat wordt geleverd met een
LED-lamp en een apart
bedieningsmechanisme (LED-driver).
Deze onderdelen kunnen alleen door
een technicus worden vervangen.
Raadpleeg in geval van storingen
"Service" in het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies".
NEDERLANDS
107