4.1.1 Aansluiting van de bedrading
Zie onderstaande schema voor informatie over de
correcte installatie van uw pomp.
BLAUW
E
ONDERDEEL Nr. 13567
Figuur 4.1
Alle enkele fase Silensor modellen hebben
een ingebouwde handmatige reset thermische
overbelastingbescherming, dat wil zeggen dat in
geval van overbelasting van de motor d thermale
voorziening het circuit pent en de motor uitschakelt,
er wordt pas gereset en de motor wordt weer
ingeschakeld als de stroomtoeveor naar de motor
eert uit en dan weer ingeschakeld is.
4.2 Drie fase aansluitingen
Drie fasen modellen zijn ontworpen voor aansluiting
op een nominale 400V stroomtoevoer, maar moeten
bedraad met een connector met 'quick-trip' (of M10)
bescherming op 4.3 amp. worden aangesloten.
Davey raadt het gebruik van
overbelastingbescherming aan die ook "enkele
fase" of "spanningsval" omstandigheden in de
stroomvoorziening detecteren.
OPMERKING: Bij drie fase motoren
is geen condensatoren in het
condensatordeksel gemonteerd.
1. Sluit de kabel aan op het 3 fase stopcontact,
zorg dat u de draden correct aansluit.
2. Controleer de correcte rotatie van de pomp door:
Verwijder de moer en moerplaatje (1) van de
achterkant van de pomp met een 1/2" mof en
haal het achterste deksel van de pomp weg (2).
3. Controleer of de drie fase bedrading correct
is aangesloten op de stroomkabel en dat de
motoras correct met de klok mee draait. Er
staat een richtingspijltje op de achterklep (5).
CONDENSATOR
MOTOR
4. Plaats voorzichtig de draden en het terminal blok
terug in de condensatorbehuizing, zorg dat alle
draden er correct in zitten zodat ze niet bekneld
raken als het deksel wordt teruggeplaatst.
5. Plaats het achterste pompdeksel terug en
bevestigt met moer en moerplaatje. Zorg
dat de pomp niet op de kabel staat.
4.2.1 Aansluiting van de bedrading
Zie onderstaande schema voor informatie over de
correcte installatie van uw pomp.
400V AC 3
Motor bedrading configuratie
P/N 13968
Aangesloten op de
connectoren met quick trip
overspanningsbeveiligers.
E
N.B : DEZE MOETEN EXTERN WORDEN AANGESLOTEN
CONFORM PLAATSELIJKE NORMEN EN REGELS DOOR
EEN ERKENDE ELEKTRICIEN
Figuur 4.2
OPMERKING: ALLEEN DRIE
FASEN MODELLEN
Voordat de bedradingsaansluiting
wordt voltooid en voordat de pomp
aangezogen wordt, controleert u
of de motor draait in de richting
van de pijl (met de klok mee bij
zicht op de schacht vanaf
de bedradingszijde). Om de
rotatierichting aan te passen,
verandert u de twee stroomkabels
op de motorterminals.
Als de eenheid is aangesloten
en werkt, moet de fasebalans
gecontroleerd worden. Deze moet
binnen een 5% variatiebereik liggen.
Het "rollen" van de kabels kan een
kleine onbalans verhelpen, maar in
geval van grotere onbalans ligt de
oorzaak meestal in onbalans in de
stroomtoevoer. Dit moet worden
verholpen voordat de pomp wordt
gebruikt. De pijpkoppelingen van de
leidingaansluiting moeten met de
hand vast gedraaid worden. Er is geen
afsluitmiddel, lijm of siliconen nodig.
Zie Figuur 4.3 en 4.4 op de achterkant.
41
Rood
Zwart
Blau
Aarde
Kabels
vanuit
motor