nl
NEDERLANDS
wanneer het gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt.
Reparaties mogen alleen met originele onderdelen
en door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Hiervan is sprake wanneer een apparaat op een of
andere wijze beschadigd is; dit is o.a. het geval
wanneer de adapter defect is, er water in het
apparaat is binnengedrongen of er voorwerpen op
zijn gevallen, de radio blootgesteld is aan regen of
vocht, niet correct functioneert of is gevallen.
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om
het risico van brand of een elektrische schok tegen
te gaan.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan
druppels of spatwater en er mogen geen
voorwerpen op worden geplaatst die vloeistof
bevatten.
Gebruik het apparaat alleen met Metabo-
accupacks die hiervoor bestemd zijn. Het gebruik
van andere accu's kan tot letsel en brandgevaar
leiden.
Gebruik het apparaat niet in afgesloten schappen of
kasten zonder voldoende ventilatie.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
40°C.
Het apparaat mag niet worden geopend of op enige
manier worden gewijzigd.
Lege accupacks niet langer dan 2 weken in een
radio laten waarvan de stekker uit het stopcontact is
gehaald. Anders bestaat de mogelijkheid van
diepontlading en beschadiging van de accucellen.
De mogelijkheid bestaat, diepontladen accupacks
weer op te laden met een Metabo-lader.
Transport van Li-ion-accupacks:
Op de verzending van Li-ion accupacks is het
voorschrift voor het transport van gevaarlijke stoffen
(UN 3480 en UN 3481) van toepassing. Informeer u
bij het versturen van Li-ion accupacks naar de
actueel geldende voorschriften. Informeer u ook bij
uw transportbedrijf. Gecertificeerde verpakking is
bij Metabo verkrijgbaar.
Verstuur accupacks alleen als de behuizing
onbeschadigd is en er geen vloeistof uit lekt. Voor
het verzenden haalt u het accupack uit de machine.
De contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv.
met tape isoleren).
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Toets voor het in-/uitschakelen
2 Toets volume / diepte / hoogte verhogen
3 Toets volume / diepte / hoogte verlagen
4 Toets voor de klankinstelling (diepte / hoogte /
"M-Sound")
5 Toets voor het wisselen tussen FM (ultra korte
golf / UKW), AM (middengolf) en BT (Bluetooth)
6 Toets voor het zoeken naar radiozenders (naar
beneden)
7 Toets voor het zoeken naar radiozenders (naar
boven)
16
8 Toets voor het opslaan van radiozenders
9 Nummer van de geheugenplek vna de
radiozenders
10 Bluetooth: geactiveerd
11 Bluetooth: radio is verbonden met een ander
Bluetooth-apparaat
12 Indicatie van de laadtoestand van het accupack
13 Display
14 Antenne
15 Aansluitbus voor de adapter
16 Toets voor ontgrendeling van het accupack
17 Accupack *
18 Adapter
* niet bij de levering inbegrepen
6. Ingebruikname
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. aanspreekstroom van 30 mA
voor de machine.
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of er voldoende ventilatie is. De
minimale afstand tot andere voorwerpen bedraagt 5
cm. Gebruik het apparaat niet in afgesloten
schappen of kasten zonder voldoende ventilatie.
Gebruik een vrij toegankelijk stopcontact,
zodat het apparaat snel van het stroomnet kan
worden losgekoppeld.
1. Antenne (14) richten.
2. Opgeladen accupack (17) erop schuiven tot
deze vast klikt
en/of
adapter (18) aansluiten.
Opm.: Het akkupack (17) wordt niet opgeladen door
de adapter (18).
7. Gebruik
7.1
In-/uitschakelen
Inschakelen: toets (1) drukken.
Uitschakelen: toets (1) opnieuw drukken.
7.2
Volume instellen
Volume verhogen: "+"-toets (3) drukken.
Volume verlagen: "–"-toets (2) drukken.
7.3
Wisselen tussen FM (ultra korte golf /
UKW), AM (middengolf) en Bluetooth
(BT)
De ingestelde modus wordt weergegeven op het
display (13) (FM / AM / BT).
Om tussen FM (ultra korte golf / UKW), AM
(middengolf) en BT (Bluetooth) te wisselen, drukt u
meerdere keren op de "MODE"-toets (5).