AANDACHT!
•
Sluit de luchtcompressor nooit aan wanneer het apparaat niet in gebruik is.
•
Richt het pistool nooit naar mensen, dieren of voorwerpen, om letsels en schade te
voorkomen. De druk van het vet kan 400 bar (5800 psi) bereiken.
4 Onderhoud
•
Breng regelmatig smeerolie op het bewegende deel van de pomp.
•
Maak zeker dat er geen waterdamp van de luchtcompressor in het apparaat binnenkomt.
5 Storingen
5.1 Het vet komt niet uit het pistool
•
Controleer de dichtheid van het vet. Als de dichtheid te hoog is, voeg wat motorolie bij.
•
Als de dichtheid correct is, controleer de rubberen afdichting op eventuele schade. Onzuiverheden in het vet kunnen de
afdichting beschadigen.
5.2 De pomp werkt niet
•
Controleer of de werkdruk bereikt wordt.
•
Controleer of er onzuiverheden zijn in de vetinlaat of in het ventiel.
•
Controleer of de pompflens beschadigd is.
•
Controleer of er een lekkage is.
•
Controleer de dichtheid van het vet. Als de dichtheid te hoog is, voeg wat motorolie bij.
•
Controleer of er een vet lekkage is.
5.3 Vet lekkage
•
Controleer de afdichting van de pompflens, en vervang deze indien nodig.
•
Controleer dat de schroeven en moeren goed vastgedraaid zijn.
5.4 De uitgangsdruk van het vet is te laag
•
Controleer of onzuiverheden in de slang ophopen. In dit geval, reinig de slang.
•
Controleer of het pistool of mondstuk verstopt is. Reinig indien nodig.
5.5 Vet lekkage in het bewegende deel van de pomp
•
Controleer de rubberen afdichting, en vervang deze indien nodig.
•
Als een onderdeel beschadigd is, vervang het onmiddellijk.
4
M1.2.VP60-VP200.NLFREN - 08022018
NL