NL
NEDERLANDS
18- De motor uitzetten de af laten koelen voordat men de tank
opnieuw met brandstof vult. De tank ver van warmtebronnen
vullen en niet roken tijdens het tanken of het mengen van de
brandstof. Na de tank te hebben bijgevuld, de dop hermetisch
sluiten om te voorkomen dat de dop met de trillingen van de motor
los kan komen.
19- Bij draaiende motor nooit de dop van de tank afhalen.
20- De eventueel op de machine gelekte brandstof afdrogen. De
machine op minstens 3 meter van de tankplaats starten.
21- Met draaiende motor de voorste handgreep stevig met de
linkerhand en de achterste handgreep (versnellingscontrole)
met de rechterhand vasthouden.
22- De machine af laten koelen e de brandstoftank leeg laten
lopen alvorens de machine op te bergen.
23- De machine ver van warmtebronnen, van de grond af en met
aangebrachte messenafscherming opslaan.
24- Wanneer men de machine inspecteert, of onderhoud op de
machine uitvoert, zich ervan vergewissen dat de motor
1. Veiligheidsafscherming van de messen
2. Voorhandgreep
3. Automatische starter
4. Handgreep voor motorstart
5. Dop brandstoftank
6. Ontgrendeling handgreeprotatie
7. Stopschakelaar (STOP)
8. Veiligheidshendel (versnellingsblokkering)
uitgeschakeld is en, indien nodig de bougie loskoppelen.
24- Niet in de nabijheid van spanningslijnen werken.
te gebruiken.
25- De werkzone goed vrij houden. Losse en dode takken
verwijderen.
beschadigingen aan de vaten en of zenuwen oplopen.
Bij de symptomen behoren formicatie, ongevoeligheid,
bleekheid van de vingers, prikgevoel, pijn en slapheid. Al
deze symptomen verschijnen aan de vingers, handen of
polsen. Bij verschijning van deze symptomen, onmiddellijk
met het gebruik van de machine stoppen en een dokter
raadplegen.
3. BOSMAAIERONDERDELEN
36
DODELIJK GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK
Eventueel de spanning afnemen alvorens de machine
OPGELET: gebruikers met vaatafwijkingen kunnen, bij
9. Draaibare handgreep
10. Versnellingshendel
11. Brandstof tank
12. Primer
13. Luchtfilter
14. handbescherming
15. Messen